Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
2
1
DATA
DATA
0 0 0
1. Om het volgende cijfer te selecteren,
2. Om de volgende cijferwaarde te selecteren,
7.2.3.
MODE (meten van minimum, maximum, delta)
NodE
Wisselt de modus van de cijferweergave tussen Normal (actuele meetwaarde), MIN, MAX of DELTA.
- Door kort te drukken op
- Door lang te drukken (>2s) op
7.2.4.
TOL (toleranties)
toL
Tolerantiegrenzen worden door de invoer van bovenste en onderste afwijkingen t.o.v. de nominale waarde vastgelegd.
Tolerantiewaarden kunnen in de bedrijfsmodus MIN, MAX of DELTA worden weergegeven.
Om binnenmaten te meten, kan de toewijzing van de weergavekleuren van de tolerantieweergave (rood of geel) wor-
den gewisseld, door de invoervolgorde van de tolerantieafwijkingen (bovenste afwijking < onderste afwijkingen) te
wisselen.
Als er geen tolerantiegrenzen zijn vastgelegd, zijn de weergavekleuren van de tolerantieweergave gedeactiveerd.
Voor de twee referenties REF1 en REF2 kunnen verschillende tolerantiewaarden worden ingevoerd.
Toleranties invoeren
Directe waarde-invoer zie PRE (Preset-waarde-invoer) [} Pagina 108].
Om wijzigingen over te nemen en naar het hoofddisplay terug te keren,
DATA
toL
OFF
TOL
1 Onderste tolerantiegrens invoeren
1. Om het volgende cijfer te selecteren,
2. Om de volgende cijferwaarde te selecteren,
DATA
indrukken.
SET
indrukken.
SET
wordt de opgeslagen MIN/MAX-waarde gereset [CLEAR].
SET
wordt de actuele meetwaarde als Preset-waarde geregistreerd.
DATA
On
000, 0 20
-
TOL
1
000, 0 50
+
TOL
2
DATA
indrukken.
SET
indrukken.
SET
indrukken.
2 Bovenste tolerantiegrens invoeren
www.hoffmann-group.com
de
en
bg
da
fi
fr
it
hr
lt
nl
no
pl
pt
ro
ru
sv
sk
sl
es
cs
hu
109
