NL
wordt het overbelastingssymbool op het display weergegeven.
Capaciteitsmeting
Sluit de meetkabels aan op bussen met de markering VΩHz en COM, zet de bereikschakelaar
in de stand voor capaciteitsmeting. Zorg ervoor dat de condensator ontladen is voor de meting.
Meet nooit de capaciteit van een opgeladen condensator, dit kan leiden tot schade aan de
stroomtang en tot elektrische schokken. Bij het meten van condensatoren met hoge capaciteit
kan het ongeveer 30 seconden duren voordat het resultaat gestabiliseerd is.
Bij het meten van kleine capaciteiten, om een nauwkeuriger resultaat te verkrijgen, moeten de
capaciteit van de stroomtang en de meetkabels worden afgetrokken.
Diodetest
Sluit de meetkabels aan op de met INPUT en COM gemarkeerde aansluitingen en zet de bereik-
schakelaar in de positie van de weerstandsmeting. De meetklemmen worden in de geleidende
en barrièrerichting op de diodekabels aangebracht. Als de diode werkt, kunnen we, wanneer de
diode in de richting van de doorvoer is aangesloten, de spanningsval op deze diode afl ezen,
uitgedrukt in mV. Indien aangesloten in de richting van de barrière, toont het display het symbool
voor overbelasting". Effi ciënte diodes worden gekenmerkt door een lage weerstand in de gelei-
dende richting en een hoge weerstand in de barrièrerichting. Het is absoluut verboden om de
weerstand te meten van dioden waar elektrische stroom doorheen stroomt.
Geleidingstest
Sluit de testkabels aan op de contactdozen met de aanduiding VΩHz en COM. Stel de keuzescha-
kelaar in op het zoemersymbool. Als destroomtang wordt gebruikt om de geleidbaarheid te meten,
zal een ingebouwde zoemer klinken wanneer de gemeten weerstand onder de 50 Ω zakt. In het
bereik van 50 Ω tot 100 Ω is ook een zoemergeluid te horen. Het is absoluut verboden om de
weerstand te meten van dioden waar elektrische stroom doorheen stroomt.
Frequentiemeting
Sluit de testkabels aan op de contactdozen met de aanduiding VΩHz en COM. Selecteer de
frequentiemeting met de FUNC-toets, op het display verschijnt het symbool "Hz". Lees het mee-
tresultaat af op het display.
Meting van de vulfactor
Sluit de meetkabels aan op de contactdozen met de aanduiding VΩHz en COM. Zet de meter-
keuzeschakelaar in op de positie "%". Gebruik de "SEL"-toets om de meting van de vulfactor te
selecteren, het display toont "%". Lees het meetresultaat af op het display.
ONDERHOUD EN OPSLAG
Veeg de stroomtang af met een zachte doek. Grotere vervuiling moet met een licht vochtige
doek worden verwijderd. Dompel het apparaat niet onder in water of een andere vloeistof. Ge-
bruik geen oplosmiddelen, bijtende of schurende middelen voor het reinigen. Zorg ervoor dat
de contacten van de stroomtang en de meetkabels schoon blijven. Reinig de contacten van de
meetkabels met een in isopropylalcohol gedrenkte doek. Om de contacten van de stroomtang
te reinigen, schakelt u de stroomtang uit en verwijdert u de batterij. Draai de stroomtang om en
schud hem voorzichtig zodat er groter vuil uit de aansluitingen van de stroomtang ontsnapt. Week
een wattenstaafje licht doordrenkt met isopropylalcohol en maak elk contact schoon. Wacht tot
de alcohol verdampt en plaats vervolgens de batterij. De stroomtang moet worden opgeslagen in
een droge ruimte in de bijgeleverde eenheidsverpakking.
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
82