gehoorbescherming, al naar gelang de aard
en het gebruik van het elektrische apparaat,
verlaagt het risico op verwondingen.
c) Vermijd een onopzettelijke inbedrijfstel-
ling. Wees er zeker van dat de schakelaar
in de stand „UIT" staat vooraleer u de
stekker in het stopcontact steekt.
Wanneer u bij het dragen van het elektri-
sche apparaat uw vinger op de schakelaar
houdt of het apparaat ingeschakeld op het
stroomnet aansluit, kan dit tot ongevallen
leiden. Overbrug de tipschakelaar nooit.
d) Verwijder instelwerktuigen of schroef-
sleutels vooraleer u het elektrische appa-
raat inschakelt.
Een werktuig of sleutel, dat/die zich in een
draaiend onderdeel van het apparaat
bevindt, kan tot verwondingen leiden. Tast
nooit in bewegende (draaiende) onderdelen.
e) Overschat uzelf niet. Zorg voor een veili-
ge standplaats en behoud altijd uw even-
wicht.
Daardoor kunt u het apparaat in onver-
wachte situaties beter controleren.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen
wijde kleding of sieraden. Houd haar,
kleding en handschoenen op een veilige
afstand van bewegende onderdelen.
Losse kleding, sieraden of lang haar kun-
nen/kan door bewegende onderdelen vast-
gegrepen worden.
g) Wanneer er stofafzuigende en stofop-
vangende installaties gemonteerd kun-
nen worden, zorgt u er beslist voor dat
deze aangesloten zijn en correct
gebruikt worden.
Het gebruik van deze technische voorzie-
ningen reduceert gevaren door stof.
h) Laat uitsluitend geschoolde personen
met het apparaat werken.
Jongeren mogen uitsluitend met het appa-
raat werken indien zie ouder dan 16 jaar
zijn, wanneer dit voor het bereiken van hun
opleidingsdoeleinde noodzakelijk is en wan-
neer zij onder toezicht van een expert
staan.
4.) Zorgvuldige omgang met en gebruik van
elektrische apparaten
a) Overbelast het elektrische apparaat niet.
Gebruik voor uw werk het daarvoor
bestemde elektrische apparaat.
Met het passende elektrische apparaat
werkt u beter en veiliger binnen het aange-
geven vermogensgebied.
b) Gebruik geen elektrisch apparaat, waar-
van de schakelaar defect is.
Een elektrisch apparaat, dat niet meer in-
of uitgeschakeld kan worden, is gevaarlijk
en moet hersteld worden.
c) Trek de stekker uit het stopcontact voor-
aleer u apparaatinstellingen doorvoert,
accessoires wisselt of het apparaat weg-
legt.
Deze veiligheidsmaatregel voorkomt een
onopzettelijke start van het apparaat.
d) Bewaar ongebruikte elektrische appara-
ten buiten het bereik van kinderen. Laat
het elektrische apparaat niet gebruikt
worden door personen, die hiermee niet
vertrouwd zijn of deze aanwijzingen niet
gelezen hebben.
Elektrische apparaten zijn gevaarlijk indien
ze door onervaren personen gebruikt wor-
den.
e) Onderhoud het elektrische apparaat met
zorg. Controleer, of bewegende onder-
delen van het apparaat probleemloos
functioneren en niet knellen, of er onder-
delen gebroken of zodanig beschadigd
zijn, dat er aan de werking van het elek-
trische apparaat afbreuk gedaan wordt.
Laat beschadigde onderdelen vóór het
gebruik van het elektrische apparaat
door gekwalificeerd, vakkundig ge -
schoold personeel herstellen.
Tal van ongevallen worden door slecht
onderhouden elektrische apparaten ver-
oorzaakt.
f) Houd snijdgereedschap scherp en net-
jes.
Zorgvuldig onderhouden snijdgereedschap
met scherpe snijdkanten knelt minder en
kan gemakkelijker bediend worden.
g) Zorg dat het werkstuk vaststaat.
Gebruik spaninrichtingen of een bank-
schroef om het werkstuk vast te houden.
Het wordt daardoor veiliger vastgehouden
dan met de hand. Bovendien hebt u beide
handen vrij om het elektrische apparaat te
bedienen.
- 27 -