8 GEBRUIK
8.1
Verwisselen van het zaagblad (Fig. 1)
Gebruik alleen zaagbladen die scherp en onbeschadigd zijn. Gebarsten of verbogen
zaagbladen dient u meteen te vervangen.
▪
Plaats de cirkelzaag op haar kant op een vlak oppervlak. Om makkelijk te kunnen werken,
wordt het aangeraden om de voetplaat (10) zo laag mogelijk te zetten, dus op een zo klein
mogelijke zaagdiepte.
▪
Duw de asvergrendelingsknop in de richting van de motorbehuizing zoals de pijlen op Fig.
1 tonen en hou hem stevig ingedrukt.
▪
Draai de klembout van het zaagblad m.b.v. de meegeleverde steeksleutel in
tegenwijzerzin los.
▪
Verwijder de klembout en de buitenste flens.
▪
Til de onderste beschermkap (16) op m.b.v. zijn hendel (17) en verwijder het zaagblad.
▪
Reinig de zaagbladflenzen en monteer dan een nieuw zaagblad op de aandrijfas en tegen
de binnenste flens.
▪
Zorg ervoor dat de zaagtanden en de pijl op het blad in dezelfde richting wijzen als de pijl
op de onderste beschermkap.
▪
Monteer de buitenste flens terug op haar plaats en zet de klembout van het zaagblad vast.
▪
Verzeker u ervan dat het zaagblad vrij kan bewegen door er met de hand eens aan te
draaien.
Neem voor het verwisselen van een zaagblad altijd eerst de stekker uit het
stopcontact.
8.2
Instellen van de zaagdiepte (Fig. 2)
De zaagdiepte is traploos instelbaar. Een nette zaagsnede ontstaat als het zaagblad ca. 3 mm
uit het materiaal steekt.
▪
Zet de instelschroef van de diepte-instelling (5) los.
▪
Hou de voetplaat (10) vlak tegen de rand van het werkstuk en til de
zaagmachinebehuizing op totdat het zaagblad op de juiste diepte zit die bepaald wordt
door de dieptestop (4, lijn uit met de schaal).
▪
Zet de instelschroef van de diepte-instelling terug vast.
8.3
Instellen van de verstekhoek (Fig. 3)
De verstekhoek is traploos instelbaar tussen 0° en 45°.
▪
Zet de vergrendelingshendel van de hoekinstelling (9) los.
▪
Stel de voetplaat in op de gewenste hoek tussen 0° en 45°. [Zie hoekschaal (8)].
▪
Zet de vergrendelingshendel van de hoekinstelling opnieuw vast.
8.4
Monteren van de parallelgeleider (Fig. 4)
Met de parallelgeleider kunt u tot 10 cm parallel aan een rand zagen.
▪
Zet de instelschroef van de parallelgeleider (11) los.
▪
Schuif de parallelgeleider (12) doorheen de openingen in de voetplaat en stel hem op de
gewenste breedte in.
▪
Zet de instelschroef vast om de geleider op zijn plaats vast te zetten.
▪
Zorg ervoor dat de parallelgeleider over zijn ganse breedte tegen het hout rust om ervoor
te zorgen dat de sneden over de ganse zaaglengte parallel blijven.
Copyright © 2022 VARO
POWX0520
P a g i n a
| 7
NL
www.varo.com