Veiligheidsvoorschriften voor
opladers
Dit apparaat mag worden ge-
■
bruikt door kinderen vanaf 8 jaar
en door personen met beperkte
fysieke, zintuiglijke of geestelijke
vermogens of gebrek aan erva-
ring of kennis, mits ze onder toe-
zicht staan of over het veilige ge-
bruik van het apparaat zijn
geïnstrueerd en de daaruit voort-
komende gevaren hebben begre-
pen. Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. Kinderen mogen
zonder toezicht geen reiniging en
gebruikersonderhoud uitvoeren.
Wanneer het netsnoer van dit
■
apparaat beschadigd raakt, moet
het worden vervangen door de
fabrikant of de klantendienst van
de fabrikant of een persoon met
vergelijkbare kwalificaties, om
risico's te vermijden.
De oplader is alleen geschikt voor gebruik
binnenshuis.
WAARSCHUWING!
■
Wanneer het netsnoer van dit apparaat be-
schadigd raakt, moet het worden vervangen
door de fabrikant of de klantendienst van de
fabrikant of een persoon met vergelijkbare
kwalificaties, om risico's te vermijden.
LET OP!
►
Met deze oplader kunnen alleen de volgen-
de accu's worden opgeladen: PAP 20 A1/
PAP 20 A2/PAP 20 A3/PAP 20 B1/
PAP 20 B3/PAPS 204 A1/PAPS 208 A1.
PDSSA 20-Li B2
LET OP!
►
Een actuele lijst met compatibele accu's is
te vinden op www.lidl.de/akku.
LET OP! Heet oppervlak.
Er bestaat verbrandingsgevaar.
Vóór de ingebruikname
Accupack opladen (zie afb. A)
VOORZICHTIG!
►
Trek altijd de stekker uit het stopcontact, voor-
dat u het accupack uit de oplader haalt resp.
in de oplader plaatst.
OPMERKING
►
Het aanbevolen omgevingstemperatuurbereik
voor gebruik met gereedschappen en accu's
ligt tussen -5 °C en 50 °C.
►
Laad het accupack nooit op als de omge-
vingstemperatuur lager is dan 10 °C of
hoger is dan 40 °C. Als een lithium-ion-accu
langere tijd moet worden opgeslagen, moet
de laadtoestand periodiek worden gecontro-
leerd. De optimale laadtoestand ligt tussen
50% en 80%. De accu moet worden opge-
slagen in een koele, droge omgeving met een
temperatuur tussen 0 °C en 50 °C.
♦
Plaats het accupack
(zie afb. A).
♦
Steek de stekker in het stopcontact. Het
indicator lampje
♦
Het groene indicatorlampje
het opladen is voltooid en dat het accupack
klaar voor gebruik is.
LET OP!
♦
Als het rode indicatorlampje
het accupack
oververhit en kan het niet
worden opgeladen.
♦
Als het rode en het groene indicatorlampje
tegelijkertijd knipperen, is het accupack
defect.
op de snellader
brandt rood.
geeft aan dat
knippert, is
NL │ BE
│
49
■