Storing
13. De pompcapaciteit
is instabiel.
14. De pomp draait
achteruit na te zijn
uitgeschakeld .
Alleen zelfaanzuigende pompen:
15. De pompcapaciteit
is instabiel en de
pomp maakt veel
lawaai.
16. Bij een poging de
pomp op te starten,
start de pomp wel,
maar komt er geen
druk of debiet.
17. De pomp draait,
maar levert niet het
nominale debiet.
9. Het product afvoeren
Dit product, of onderdelen van dit product dienen op
een milieuvriendelijke manier afgevoerd te worden:
1. Breng het naar het gemeentelijke afvaldepot.
2. Wanneer dit niet mogelijk is, neemt u dan contact
op met uw Grundfos leverancier.
Het doorkruiste symbool van een afval-
bak op een product betekent dat het
gescheiden van het normale huishoude-
lijke afval moet worden verwerkt en
afgevoerd. Als een product dat met dit
symbool is gemarkeerd het einde van de
levensduur heeft bereikt, brengt u het naar een inza-
melpunt dat hiertoe is aangewezen door de plaatse-
lijke afvalverwerkingsautoriteiten. De gescheiden
inzameling en recycling van dergelijke producten
helpt het milieu en de menselijke gezondheid te
beschermen.
Zie ook informatie over het einde van de productle-
vensduur op www.grundfos.com/product-recycling.
Oorzaak
a)
Zuigdruk van de pomp is te laag.
b)
De zuigleiding is verstopt door
verontreinigingen.
c)
Lekkage in de aanzuigleiding.
d)
Lucht in aanzuigleiding of pomp.
a)
Lekkage in de aanzuigleiding.
b)
De voet- of terugslagklep is
defect.
c)
De voetklep zit vast in compleet of
gedeeltelijk geopende positie.
a)
Het drukverschil in de pomp is te
laag.
a)
De vloeistofkolom boven de terug-
slagklep in de persleiding voor-
komt dat de pomp zelf aanzuigt.
b)
De zuigleiding zuigt lucht naar
binnen.
a)
De interne klep sluit niet goed.
Oplossing
Controleer de voordruk van de pomp.
Verwijder en reinig de zuigleiding.
Verwijder en repareer de zuigleiding.
Ontlucht de zuigleiding of de pomp.
Controleer de voordruk van de pomp.
Verwijder en repareer de zuigleiding.
Verwijder en reinig, repareer of vervang
de klep.
Verwijder en reinig, repareer of vervang
de klep.
Sluit het tappunt geleidelijk tot de pers-
druk stabiel is en het geluid stopt.
Maak de persleiding leeg. Zorg ervoor dat
de terugslagklep de vloeistof in de perslei-
ding niet tegenhoudt. Herhaal de opstart-
procedure.
Zorg ervoor dat de zuigleiding luchtdicht
is vanaf de pomp tot aan het vloeistofni-
veau. Herhaal de opstartprocedure.
Sluit de kraan geleidelijk totdat de druk of
het debiet plotseling toeneemt. Open
daarna het tappunt geleidelijk tot het ver-
eiste debiet is bereikt.
151