draait, knippert de functie-indicator groen. De functie-in-
dicator stopt met knipperen en gaat branden of gaat uit
wanneer u de belasting op het gereedschap verlaagt.
Status van functie-indicator
Brandt
Uit
De zaagdiepte instellen
LET OP:
Nadat u de zaagdiepte hebt inge-
steld, zet u de hendel altijd stevig vast.
Draai de hendel los en beweeg de zool naar boven of
beneden om de pijlpunt uit te lijnen met de gewenste
diepte op de dieptegeleider. Zet de zool vast op de
gewenste zaagdiepte door de hendel vast te draaien.
Voor een schonere, veiligere zaagsnede, stelt u de
zaagdiepte zodanig in dat niet meer dan een tand-
hoogte door het werkstuk heen steekt. Door de zaag-
diepte goed in te stellen, verkleint u de kans op een
potentieel gevaarlijke TERUGSLAG, en daarmee op
persoonlijk letsel.
► Fig.12: 1. Pijlpunt 2. Hendel
U kunt de zaagdiepte aflezen op de schaalverdeling op
de onderste beschermkap.
► Fig.13: 1. Onderste beschermkap 2. Onderkant van
zool van gereedschap 3. Schaalverdeling
Schuine zaagsnede
LET OP:
Nadat u de verstekhoek hebt inge-
steld, draait u de hendel en klembout altijd stevig
vast.
Draai de hendel en klembout los. Kantel om de
gewenste hoek in te stellen en draai dan de hendel en
klembout weer stevig vast.
► Fig.14: 1. Hendel 2. Klembout
Gebruik de aanslag wanneer u precies onder een
hoek van 45° wilt verstekzagen. Zet de aanslag, zoals
afgebeeld, helemaal in de stand voor een verstekhoek
van 0° - 45° of in de stand voor een verstekhoek van
0° - 50°.
► Fig.15: 1. Aanslag
Zichtlijn
Voor recht zagen lijnt u de positie 0° op de voorkant
van de zool uit met de zaaglijn. Voor een schuine zaag-
snede onder een hoek van 45°, gebruikt u hiervoor de
45°-stand.
► Fig.16: 1. Zaaglijn (0°-stand) 2. Zaaglijn (45°-stand)
Bedienings-
functie
Knippert
Hoog-toeren-
talfunctie
Hoog-
koppelfunctie
Waarschu-
wing wegens
overbelasting
77 NEDERLANDS
De lamp inschakelen
LET OP:
Kijk niet direct in het lamplicht of in
de lichtbron.
Om de lamp in te schakelen zonder het gereedschap in
te schakelen, knijpt u de trekkerschakelaar in zonder de
uit-vergrendelknop in te drukken.
Om de lamp in te schakelen en het gereedschap in te
schakelen, drukt u de uit-vergrendelknop in en knijpt u
trekkerschakelaar in.
De lamp gaat 10 seconden nadat u de trekkerschake-
laar hebt losgelaten uit.
► Fig.17: 1. Lamp
OPMERKING: Gebruik een droge doek om vuil van
de lens van de lamp af te vegen. Wees voorzichtig
dat u de lens van de lamp niet bekrast omdat dan de
verlichting minder wordt.
Haak
Optioneel accessoire
LET OP:
Verwijder altijd eerst de accu, voor-
dat u het gereedschap aan de haak ophangt.
LET OP:
Hang het gereedschap nooit op aan
de haak op een hoge plaats of ergens waar het
gereedschap uit balans kan raken en kan vallen.
Anders kan het gereedschap per ongeluk vallen en
ernstig letsel veroorzaken.
LET OP:
Trek het gereedschap niet omlaag
terwijl het aan de haak hangt.
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk aan op
te hangen.
► Fig.18
Bevestig de haak met behulp van de bouten, zoals
afgebeeld.
► Fig.19: 1. Haak 2. Bout
Om de haak te kunnen gebruiken, draait u gewoon de
haak totdat deze vastklikt in de geopende stand.
Als u de haak niet gebruikt, draait u altijd de haak totdat
deze vastklikt in de gesloten stand.
► Fig.20: 1. Geopende stand 2. Gesloten stand
Elektronische functie
Gereedschappen met elektronische functie zijn dankzij
de volgende eigenschap(pen) gemakkelijk te bedienen.
Zachte-startfunctie
Maakt een zachte start mogelijk door onderdrukking
van de startschok.
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens enig werk aan het gereedschap uit te
voeren.