for reference only!
Remark: show hand with protective glove
during PDF making
De sproeistraal instellen
Draai het mondstuk (3) los voor een
harde straal. Draai het niet te los (behal-
ve om het te verwijderen voor reiniging
of onderhoud), anders kan het mond-
stuk (3) gaan lekken of losraken.
Draai het mondstuk (3) vast voor een
bredere straal.
Fig. 7
Spuiten
!
WAARSCHUWING! Houd
rekening met wind, regen en andere
klimaat- en omgevingsosmtandighe-
den om gevaren door ongecontroleerde
of onbedoelde verdeling van vloeistof te
voorkomen.
Neem de spuitlans (4) uit de houder van
de spuitlans (11).
Hang het apparaat voorzichtig over uw
schouder met de schouderriem (1) (zie
De schouderriem gebruiken), draag
het aan het vergrendelde pomphandvat
(16c) (zie Het pomphandvat ontgren-
delen / vergrendelen) of plaats het
op een vlakke ondergrond. Houd het
spuitreservoir (15) altijd rechtop.
Houd de spuitlans (4) stevig vast bij
het handvat (9) en richt hem op het
gewenste gebied.
Houd de trekker (8b) ingedrukt om te
sproeien. Pas desgewenst de sproeis-
traal aan (zie De sproeistraal afstellen).
Voor het beste resultaat en een gelijk-
matige verdeling beweegt u de spuit-
lans (4) in een vloeiende beweging.
Laat de trekker (8b) los om te stoppen
met sproeien.
150