Afbeelding 8: Schroefmodus
Afbeelding 9: Boormodus
Boren in beton
Verdraai de TOEPASSINGKEUZERING (afbeelding 7)
totdat het hamersymbool met de pijl is uitgelijnd. Voor
het boren in beton/metselwerk mogen uitsluitend voor
metselwerk geschikte hogesnelheidsboortjes met
carbidepunten worden gebruikt. Trek het boortje er
regelmatig uit om overmatig stof te verwijderen
waardoor het boortje vast kan komen te zitten.
Aandraaien van schroeven
Verdraai de TOEPASSINGKEUZERING (afbeelding 8)
totdat het schroefsymbool met de pijl is uitgelijnd. Stel de
KOPPELINSTELRING (afbeelding 1) in op de juiste
waarde voor het materiaal waarin de schroef wordt
gedraaid. Test op een afvalstuk om de juiste instelling te
bepalen waarmee de schroef tot op de juiste diepte erin
wordt gedraaid, net voordat de inwendige koppeling
ontkoppelt.
Boren in hout of
composietmateriaal
Verdraai de TOEPASSINGKEUZERING (afbeelding 9)
totdat het boorsymbool met de pijl is uitgelijnd. Voor het
boren in hout of composietmateriaal moeten vijzel-,
speed- of spiraalboortjes worden gebruikt. Trek het
boortje er regelmatig uit om uit uitgeboord materiaal te
verwijderen waardoor het boortje vast kan komen te
zitten.
Boren in plastic
Verdraai de TOEPASSINGKEUZERING (afbeelding 9)
totdat het boorsymbool met de pijl is uitgelijnd. Bij het
boren in plastic moet u een lager toerental kiezen om
smelten te voorkomen.
ZCDR8850HCE Rev. D
Boren in metaal
Verdraai de TOEPASSINGKEUZERING (afbeelding 9)
totdat het boorsymbool met de pijl is uitgelijnd. Voor
boren
in
hogesnelheidsscharnierboortjes of gatenzagen worden
gebruikt die geschikt zijn voor het snijden van metaal.
Smeer de boortjes met snijolie als u in ijzer of staal boort.
Gebruik een centerpons voor het maken van een
begingat. Gebruik een lager toerental bij het boren in niet-
ijzerhoudende materialen zoals aluminium, messing of
koper. Trek het boortje er regelmatig uit om uit
uitgeboord materiaal te verwijderen waardoor het
boortje vast kan komen te zitten.
Overbelasting
Als het gereedschap om de een of andere reden
overbelast raakt (waardoor de bedieningsknop of accu te
warm wordt), wordt het gereedschap door de inwendige
elektronica
uitgeschakeld.
veiligheidsvoorziening die oververhitting van het
gereedschap
helpt
bedieningsknop los om weer door te gaan.
Als veiligheidsvoorziening voor de gebruiker en om de
levensduur van het gereedschap en/of de accu te
verlengen, kan de elektronica in de volgende situaties
tijdelijk worden uitgeschakeld.
— Te hoge accutemperatuur – alle vier LED's
knipperen op de accu. Dit betekent dat de
inwendige temperatuur van de accu te hoog is:
de accu stopt met werken om de levensduur van
de accu te verlengen. De LED's blijven vier (4)
minuten
bedieningsknop wordt ingedrukt totdat de
temperatuur is gedaald naar een aanvaardbaar
niveau. De accu of het gereedschap kan met een
ventilator sneller worden afgekoeld. NB: De
elektronica is afgestemd op optimale werking/
capaciteit
temperatuurgrens wordt bereikt. In dat geval
moet de accu meestal vrij snel weer worden
geladen. Als u de accu in de lader plaatst, wordt
een ventilator in de lader ingeschakeld zodat de
accu sneller zal afkoelen. Het herladen begint
zodra een aanvaardbare temperatuur is bereikt.
— Te hoge temperatuur van het gereedschap – de
LED knippert. Als het gereedschap continu
zwaar wordt belast, kan de maximale inwendige
temperatuur van de bedieningsknop worden
bereikt en stopt het gereedschap tijdelijk met
werken. Laat het gereedschap aan de lucht
afkoelen totdat u het weer kunt gebruiken.
— Maximumstroom
overschreden – de LED knippert en het
gereedschap
bedieningsknop helemaal wordt ingedrukt.
Wanneer het gereedschap continu zwaar wordt
belast, kan de maximumstroom worden bereikt,
waardoor de stroomvoorziening van het
gereedschap
24
metaal
moeten
Dit
te
voorkomen.
knipperen
telkens
van
de
accu
voordat
van
het
gereedschap
stopt
met
werken
wordt
uitgeschakeld.
stalen
is
een
Laat
de
als
de
de
als
de
Het
(01/16)