NL
3 ogen chronograaf
(Automatisch SW510b)
Opwinden
1. Schroef de kroon los naar positie 1.
2. Wind het horloge met de kroon in positie 1, ongeveer 30 keer op. Dit zal de hoofdveer van uw
horloge aandrijven. De rotor zal het horloge opwinden en blijven aandrijven terwijl u het
draagt.
3. Breng de kroon terug naar positie 1, en schroef het vast.
De tijd instellen
1. Schroef de kroon los en draai het naar positie 2 (het horloge stopt).
2. Draai de kroon tot de juiste tijd wordt weergegeven.
3. Breng de kroon terug naar positie 1, en schroef het vast.
A
B
4
Chronograaf
•
De minutenteller meet 30 minuten per omwenteling.
•
De urenteller meet 12 uur per omwenteling.
•
De centrale stop-seconde meet 60 seconden per omwenteling.
Chronograaf: Basisfunctie (Start/Stop/Reset)
1. Druk op knop A om de centrale stop-secondewijzer te starten.
2. Druk nogmaals op knop A om de timer te stoppen.
3. Druk op knop B om de drie wijzers van de chronograaf terug te zetten op nul.
Druk de knoppen niet in wanneer ze in contact zijn met water.
Gebruik van tachymeter
De tachymeterfunctie meet de snelheid van een object over een vaste afstand. De schaal, die
zich op de bovenste ring of de binnenring van het horloge bevindt, geeft de snelheid weer in
mijlen, knopen of kilometers per uur.
Gebruiksvoorbeeld: Bij een autorace passeert de auto de eerste kilometerpaal als de secondewijzer
op 12:00 staat (60 seconden). Start de meting. Op het moment dat de auto de tweede kilometerpaal
passeert (36 seconden), ziet u dat de auto een afstand van één kilometer heeft afgelegd met een
snelheid van 100 km per uur.
Automatisch opwindmechanisme
Een horloge met een automatisch opwindmechanisme windt zichzelf op door de beweging van uw
pols. Het is belangrijk dat uw horloge is aangepast aan de grootte van uw pols. Een losse pasvorm
kan ertoe leiden dat het horloge zichzelf niet meer kan opwinden. Als het horloge volledig is
opgewonden, heeft het een krachtreserve van ongeveer 60 uur. Als het uurwerk niet langer dan
60 uur is gedragen, wordt geadviseerd het handmatig op te winden om de benodigde krachtreserve
te waarborgen.
NL
5