OPNEMEN
1. Druk op de OPEN/CLOSE toets.
Steek de op te nemen cassette in en druk vervolgens nogmaals op
de OPEN/CLOSE toets om de cassettedeur te sluiten.
2. Stel de Dolby
ruisonderdrukkingskeuzeschakelaars © in.
3. Druk op de opnametoets (@) @.
¢ De
opnamestandbyfunktie
wordt
ingesteld,
hetgeen
hier
eentoets opnamepauze wordt genoemd.
e De
indikator en weergave (b>) en pauze (ff) indikators
lichten op en de monitor wordt ingesteld op de bron waarbij de
SOURCE
|indikator gaat branden.
4. Stel het juiste opnameniveau
in met de REC
LEVEL regelaar
© .
Stel de bron in voor opnemen
met de versterker, geef de bron
weer en stel het opnameniveau
m.b.v. de aanduiding
van de
niveaumeter in.
[Instellen van de balans tussen het linker (L)
en rechter (R) kanaal]
Door de op te nemen
bron of de voor weergave
gebruikte
apparatuur
kan de geluidsbalans
tussen
het linker en rechter
kanaal mogelijk naar een zijde verschoven zijn. Maak in dit geval
fijne bijstellingen
van
de balans
m.b.v.
de
REC
BALANCE
regelaar.
Door de regelaar naar rechts te draaien wordt het niveau van het
linker kanaal verlaagd en door naar links te draaien wordt dat van
het rechter kanaal verlaagd.
5. Druk op de pauzetoets (IE) @.
¢ Het opnemen
begint.
¢ Druk op de pauzetoets ( lf) om het opnemen tijdelijk te
stoppen.
Druk nogmaals op de pauzetoets ( §[f) om
het
opnemen te hervatten.
« Wanneer de monitor op cassette ingesteld is, licht de
indikator op. Om de opnamestandbyfunktie te annuleren kan de
weergavetoets (B» ) (® i.p.v. de pauzetoets ( IJ) ingedrukt
worden.
Om het opnemen te stoppen.
Druk op de stoptoets (HI) ©.
OPNAMEDEMPING
(aanbrengen van bilanko intervallen op de band)
Gebruik deze funktie om de 4-sekonden intervallen aan te brengen
die vereist zijn voor de muziekopsporingsfunktie.
¢ Druk de opnamedempingtoets
( Q ) in tijdens het opnemen.
waarna het toestel voor ca. 4 sekonden geen geluid op de band
zal opnemen,
en vervolgens wordt de opnamepauzefunktie
ingeschakeld.
¢ Houd de toets voor de benodigde tijdsduur ingedrukt om een
interval
aan
te
brengen
langer
dan
4
sekonden.
De
opnamepauzefunktie van het toestel wordt ingeschakeld zodra
de toets wordt losgelaten.
¢ Druk om het opnemen te hervatten op de pauzetoets (Mf).
INSTELLEN VAN HET OPNAMENIVEAU
e Instellen van het opnameniveau is de belangrijkste faktor voor
het maken van goede opnamen. Een hoog opnameniveau helpt
om
de signaal-tot-ruis verhouding
en het dynamisch
bereik
(bereik van het geluidsvolume) te verbeteren maar bij te hoog
instellen wordt vervorming veroorzaakt. Als het niveau aan de
andere kant te laag ingesteld is zodat zeker geen vervorming
wordt optreden, zal bandruis een merkbaar storende invloed
hebben
op
de
opnamekwaliteit.
Hoewel
de
bandkarakteristieken
afhangen
van
de
fabrikant,
zelfs
bij
banden van dezelfde positie, kan het beste resultaat verkregen
worden bij elke willekeurige band als u het opnameniveau in de
buurt van een waarde ingesteld wordt die viakbij de maximale
opnameniveauwaarde van de band ligt.
Bij dit toestel kan van meterbereik worden veranderd. (Zie biz.
49).
Het
0) teken geeft het referentieniveau aan van het Dolby
ruisonderdrukkingssysteem.
¢ De waarschuwingszone indikators lichten op tot het +6 dB punt
bij normale en CrO2 cassettes en tot maximaal het +10 dB punt
bij metaalcassettes. Stel het opnameniveau zodanig in dat bij
binnenkomen van het maximale signaal de niveau indikator de
waarschuwingszone slechts af en toe bereikt.
e Het optimale opnameniveau hangt af van het type op te nemen
muziek en ook van het type gebruikte band. De beste manier
om de beste opnamen te maken door gebruik te maken van de
bandkarakteristieken
is
natuurlijk
door
de
geluidsweergavekwaliteit van de opnamen zelf te beoordelen.
[Piekvasthoudfunktie]
De niveaumeter heeft een piekvasthoudfunktie die de piekniveau's
voor
1 tot 2 sekonden
aangeeft waardoor
het eenvoudig
is
bijstellingen in het niveau te maken zelfs bij muziek met harde
geluidsuitbarstingen.
AUTOMATISCHE VOORBAND-/
NABANDS KONTROLE
Daar
dit deck
uitgevoerd
is met
een
driekoppensysteem
is
voorband-/nabandkontrole mogelijk.
Daarenboven
is het toestel
uitgevoerd
met een
automatische
voorband/nabandkontrolefunktie die automatisch inschakelt voor
meeluisteren
met
de
bron
tijdens
opnamestandby
en
voor
meeluisteren met de band tijdens weergave of bij het beginnen
van de opname. De
of [SOURCE] indikator licht op om de
huidige voorband-/nabandkontrolefunktie aan te geven.
De MONITOR
keuzeschakelaar kan gebruikt worden om met de
hand om te schakelen tussen bron en cassette.
OPMERKING:
Met de MONITOR keuzeschakelaar van het 3-koppensysteem is
het mogelijk over te schakelen tussen de opnameversterker en de
weergaveversterker.
Stel
in op
de
stand
voor
meeluisteren
met
de
oorspronkelijke geluidsbron (voorbandkontrole) die op dat moment
opgenomen wordt. Deze stand wordt gebruikt voor het instellen
van het opnameniveau.
De
stand wordt gebruikt om het
Zojuist op de band met de opnamekop
opgenomen
geluid te
beluisteren door het onmiddellijk met de weergavekop af te spelen
(nabandkontrole).
47
<RRD1062>
Ne