Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
INSTALLATIE
NL
Kies een geschikte plaats om het oplaadstation te monteren. In de mate van het
y
mogelijke moet het oplaadstation voor muurbevestiging
gemonteerd worden om vorst en schade door hagel te voorkomen. Installeer het
oplaadstation voor muurbevestiging
voor muurbevestiging
1
in de buurt van de stroomtoevoer die is voorzien voor het
oplaadstation voor muurbevestiging.
Gebruik de kabeldoorvoeren voor de kabeldiameters en gebruiken leidingdiameters.
y
y
De elektrische aansluitkabels kunnen langs achteren in het oplaadstation worden inge-
voerd (dan is er geen enkele kabel zichtbaar na de installatie; de kabel- en leidingdoor-
voeren moeten worden uitgevoerd voordat het oplaadstation op de muur wordt beves-
tigd) of langs de bovenzijde (bij een zichtbare elektrische installatie).
Gebruik de mal op de verpakking om de boorgaten te markeren.
y
Maak 3 gaten door met een geschikte boor en breng de pluggen aan (te kiezen volgens
y
het type muur - de bijgeleverde pluggen
muren). Om te voorkomen dat een elektriciteitsleiding wordt geraakt, adviseren we om
voor het boren de zone te onderzoeken met een leidingdetector.
y
Voer de schroeven
15
in de plastic ringen
Schroef het oplaadstation op de muur met behulp van de 3 bijgeleverde schroeven
y
Pas de lengte van de kabels aan en strip ze over de nodige lengte.
y
De elektrische aansluiting moet worden uitgevoerd zoals aangegeven:
in figuur 5.1 als de elektrische kabel langs onderen in het oplaadstation wordt ingevoerd.
y
in figuur 5.2 als de elektrische kabel langs achteren in het oplaadstation wordt ingevoerd.
y
in figuur 5.3 als de verschillende elektrische kabels langs onderen in het oplaadstation
y
worden ingevoerd met een leiding van 32 mm.
in figuur 5.4 als de verschillende elektrische kabels langs onderen in het oplaadstation
y
worden ingevoerd met een leiding van 32 mm.
Plaats de doorvoeren op de vrije openingen.
y
Als de stroomkabelbevestiging
y
belbevestiging
aan, en sluit u de draden L1, L2, L3, neutrale draad en aarddraad als
22
volgt aan voor een driefasige aansluiting:
1. Draai de schroef op het oplaadstation los
2. Steek de gestripte draad door de opening
3. Plooi het lipje terug en druk het stevig vast
4. Herhaal deze stappen voor de 4 andere draden
Voor een éénfasige aansluiting sluit u enkel draad L1, de neutrale draad en de aard-
y
draad aan.
Sluiten van het oplaadstation, figuur 1:
Zorg ervoor dat u de dichting
y
tion te garanderen.
y
Schroef de voorzijde
5
vast met de 10 schroeven
Plaats de voorzijde
en schroef vast met de 2 schroeven
y
7
NORAUTO_EV CHARGER 100-3PH-16A
50
1
beschut tegen de regen
niet in volle zon. Installeer het oplaadstation
1
18
zijn geschikt voor stenen en betonnen
16
om de dichtheid te garanderen.
is geplaatst, draait u de schroeven van de stroomka-
23
correct plaatst om zo de dichtheid van het oplaadsta-
4
6
.
.
3
OPMERKING: Een te hoge laadstroom kan de aansluitkabel beschadigen en brand
veroorzaken. Neem de aanwijzingen voor uw land in acht en respecteer de toegestane
maximale laadstroom.
Zet het oplaadstation onder spanning.
De LED-strip
is groen en geeft aan dat het oplaadstation correct is aangesloten.
8
Na enkele seconden wordt de LED-strip
is nu klaar voor gebruik.
Laadproces starten, figuur 5:
De LED-strip
8
y
Rol de aansluitkabel volledig af naar het elektrische voertuig (niet bijgeleverd).
y
y
Sluit de connector van de aansluitkabel aan op het elektrische voertuig.
Open de klep
2
y
bel aan.
y
De LED-strip
8
kan worden geladen.
15
.
Het laadproces start meteen als u de timer van het voertuig niet hebt geactiveerd. De
y
LED-strip
8
is blauw en verloopt. Dit betekent dat een voertuig wordt opgeladen. De
T2S-connector vergrendelt de T2-connector tijdens het laden zodat die niet kan worden
uitgetrokken!
y
Als de timer van het voertuig geactiveerd is, wordt het laadproces gestart op het
ingestelde tijdstip. In dat geval is de LED-strip
dat het voertuig wacht op te worden opgeladen.
y
Als het laden via de timer of een andere voorziening wordt gestopt door het voertuig,
is de LED-strip
onderbroken door het voertuig.
LET OP:
Als een laadtijdstip is geprogrammeerd op het voertuig:
Bepaalde voertuigen voeren gedurende enkele seconden een laadtest uit. In dat geval
y
is de LED-strip
meerde tijdstip:
de LED-strip
8
Andere voertuigen nemen een erg zwakke laadstroom op tot het geprogrammeerde
y
laadtijdstip is aangebroken. In dat geval is de LED-strip
betekent dat een voertuig wordt opgeladen, zelfs als de laadstroom quasi nul is.
Het laadproces beëindigen:
Beëindig het laadproces op het voertuig.
y
Maak de connector van de laadkabel los van het oplaadstation.
y
y
Maak de connector van de laadkabel los van het voertuig.
De laadkabel kan rond het laadstation worden gewikkeld.
Rol de laadkabel op zonder die te verdraaien.
Energiebesparing:
Na 15 minuten gaat het oplaadstation voor muurbevestiging
paarstand. De LED-strip
INDIENSTNEMING
wit en gaat die knipperen.. Het oplaadstation
8
is wit en knippert. Dit betekent dat er geen voertuig is aangesloten.
van de T2S-connector en steek het andere uiteinde van de aansluitka-
is wit en knippert niet. Dit betekent dat een voertuig is aangesloten en
8
wit en knippert die niet. Dit betekent
8
blauw en verloopt die niet meer. Dit betekent dat het laden werd
8
blauw en verloopt die niet. Het laadproces start op het geprogram-
is blauw en verloopt. Dit betekent dat een voertuig wordt opgeladen.
8
8
wordt gedimd.
NORAUTO_EV CHARGER 100-3PH-16A
NL
blauw en verloopt die. Dit
1
automatisch in energies-
51
