Opmerking
Raak het geplooide oppervlak van het
•
ilter niet aan en ruik niet aan het ilter.
Het ilter bevat vervuilende stofen uit de
lucht.
Was uw handen nadat u de gebruikte
•
ilters hebt weggegooid.
2
Verwijder al het
verpakkingsmateriaal van het
nieuwe ilter 2 (afb. e).
3
Plaats het nieuwe ilter 2 in het
apparaat (ig. f ).
4
Nadat het voorilter weer in
het apparaat is geplaatst, kan
de levensduurteller van ilter 2
worden gereset. (Zie hoofdstuk 7
'De levensduurteller van het ilter
terugzetten')
Het bevochtigingsilter
vervangen
Vervang het bevochtigingsilter als
het ilterlampje
begint te knipperen
(afb. ‡).
1
Verwijder het gebruikte
bevochtigingsilter uit het
waterreservoir (afb. ).
2
Verwijder al het
verpakkingsmateriaal van het
nieuwe bevochtigingsilter (afb. i).
3
Plaats het nieuwe
bevochtigingsilter in het
waterreservoir (afb. k ).
4
Duw het waterreservoir terug in het
apparaat (afb. o).
5
Reset de levensduurteller van
het ilter. (Zie hoofdstuk 7 'De
levensduurteller van het ilter
terugzetten')
7 De
levensduurteller
van het filter
terugzetten
Als u de ilters vervangt, is het belangrijk
dat u na aloop ook de levensduurteller
van de ilters terugzet. Zo werkt het
apparaat synchroon aan de levensduur
van de ilters.
1
Houd de resetknop
3 seconden ingedrukt. Het
ilterlampje gaat uit en het apparaat
werkt automatisch verder in de
standaardinstellingen (combi-
modus met de ventilatorsnelheid
op AUTO) (afb. ˆ).
gedurende
NL
109