NEDERLANDS
Zaag alleen werkstukken die groot
genoeg zijn, zodat ze bij het zagen
veilig vastgeklemd kunnen worden.
Druk het werkstuk tijdens het zagen
steeds op de tafel en plaats het
nooit op zijn smalle kant. Probeer
het zaagblad ook nooit af te rem-
men door er van opzij (met een
voorwerp) tegenaan te drukken. Er
bestaat gevaar voor ongevallen,
wanneer het zaagblad wordt ge-
blokkeerd.
8.1
Rechte sneden
Maximale afmeting van het werkstuk
(gegevens in mm):
Breedte ca.
Hoogte ca.
Uitgangspositie:
– Transportvergrendeling uitgetrok-
ken.
– De zaagkop is naar boven ge-
zwenkt.
– De draaitafel staat op de 0°-stand,
de vastzetgreep voor de draaitafel
is aangetrokken.
– De inclinatie van de kantelarm ten
opzichte van de loodlijn bedraagt
0°, de grendelhefboom voor de in-
stelling van de inclinatie is vastge-
zet.
Een werkstuk zagen:
1. Druk het werkstuk tegen de werk-
stukaanslag en klem het vast met
de werkstukspaninrichting.
2. Veiligheidsvergrendeling (63) bedie-
nen en Aan/Uit-schakelaar (64) in-
gedrukt houden.
63
3. Laat de zaagkop aan de handgreep
langzaam neer. Druk de zaagkop tij-
dens het zagen niet te hard op het
werkstuk, het motortoerental mag
niet te sterk dalen.
4. Zaag het werkstuk in één beweging
door.
10
5. Laat de Aan/Uit-schakelaar los en
laat de zaagkop langzaam in de bo-
venste uitgangspositie terugzwen-
ken.
8.2
Versteksneden
3
Opmerking:
Bij het verstekzagen wordt het werkstuk
gezaagd in een hoek ten opzichte van
de achterste aanlegrand.
120
60
Maximale afmeting van het werkstuk
(gegevens in mm):
15°
22,5°
30°
45°
Uitgangspositie:
– Transportvergrendeling uitgetrok-
ken.
– De zaagkop is naar boven ge-
zwenkt.
– De inclinatie van de kantelarm ten
opzichte van de loodlijn bedraagt 0,
de grendelhefboom voor de instel-
ling van de inclinatie is vastgezet.
Een werkstuk zagen:
1. Draai de vastzetgreep (65) van de
draaitafel (66) los.
64
Breedte ca.
Hoogte ca.
110
60
105
60
100
60
80
60
65
66
2. Stel de gewenste hoek in.
3
Opmerking:
De draaitafel klikt vast in de hoekstan-
den 0°, 15°, 22,5°, 30° en 45°.
3. Draai de vastzetgreep van de draai-
tafel vast.
4. Zaag het werkstuk zoals beschre-
ven onder "Rechte zaagsneden".
8.3
Schuine sneden
3
Opmerking:
Bij het schuin zagen wordt het werkstuk
gezaagd in een hoek ten opzichte van
de loodlijn.
Maximale afmeting van het werkstuk
(gegevens in mm) bij een hellingshoek
van 45:
Breedte ca.
Hoogte ca.
120
45