1 & 7. Oculair: Het stuk dat het dichtst bij het oog is geplaatst om het doel weer te geven. Pas de
interpupillaire afstand aan door de oculairs verder of dichter bij elkaar te bewegen.
2. Infrarood licht: Helpt om het doel duidelijk te bekijken in de donkere omgeving.
3 & 8. Focusring: Pas de focus aan om duidelijke doelen te verkrijgen.
4. Thermische lens: Voor thermische beeldvorming.
5. Knoppen: Voor het instellen van functies en parameters.
6. Laserbereikzoeker: Meet de afstand tot het doel met laser.
9. Optische lens: Voor optische beeldvorming.
10. Interfacetype C: Sluit het apparaat aan op de elektriciteit of verzend gegevens met een type-C-kabel.
11. Oplaadstatusindicator:
Knippert rood en groen: Fout opgetreden. | Constant rood: Bezig met opladen. | Constant groen: Volledig
opgeladen.
12 & 15. Batterijvakje: Voor plaatsing van de batterij.
13 & 17. Bevestigingspunt nekband: Bevestig de nekband.
14 & 18. Dioptrieverstelring: Past de dioptrie-instelling aan.
74