nl
NEDERLANDS
6. Uitpakken, plaatsen, montage
en transport
6.1 Uitpakken
Zaag met behulp van een tweede persoon
uitpakken en transporteren.
De zaag niet aan de bovenste
zaaglintbescherming (6) optillen of transporteren.
6.2 Zaag bevestigen
Voor een veilige stand moet de zaag op een
stevige ondergrond worden vastgezet.
Bevestigen op een werkbank:
1. Boor 4 gaten in de ondergrond.
2. Steek de schroeven bovenaan door de
basisplaat van de zaagmachine en schroef ze
vast.
6.3 Tafelblad monteren
1. Zaagtafel (10) boven de lintzaag brengen en
op de zaaggeleiding leggen.
2. Zaagtafel met elk vier schroeven (14) en
schijven aan de zaagtafelgeleiding bevestig.
Echter niet te stevig vastdraaien, eerst de
zaagtafel uitlijnen (zie hoofdstuk 6.4).
6.4 Zaagtafel uitlijnen
Het tafelblad moet in twee vlakken uitgelijnd
worden.
– zijwaarts, zodat het zaaglint precies in het
midden van het inlegprofiel loopt;
– loodrecht op het zaaglint.
Tafelblad zijwaarts uitlijnen
Gevaar!
Ook bij een stilstaand zaaglint bestaat er nog
gevaar voor snijwonden. Gebruik voor het
losmaken en aantrekken van de
bevestigingsschroeven een werktuig, dat uw
hand een voldoende afstand tot het zaagband
mogelijk maakt.
1. Zaagtafel (10) zo uitlijnen, dat het zaaglint
zich in het midden van het inlegprofiel (11)
bevindt.
2. De vier bevestigingsschroeven (14) vast
draaien.
Tafelblad loodrecht uitlijnen
1. Breng de bovenste lintgeleider (24) helemaal
naar boven. (Details zie hoofdstuk 9.1).
2. Zaaglintspanning controleren. (Details zie
hoofdstuk 8.2).
3. Klemschroef (13) losdraaien.
4. De zaagtafel (10) horizontaal instellen - tot
aan de aanslag verder draaien.
5. Klemschroef (13) weer aantrekken.
6. Controleer met behulp van een hoek of de
zaagtafel in een rechte hoek op het zaaglint
staat.
Als de zaagtafel niet in een rechte hoek op het
zaaglint staat, dient u de eindaanslagschroef (15)
als volgt in te stellen:
1. Klemschroef (13) losdraaien.
2. Met een zeskantsleutel de eindaanslagschroef
(15) door het boorgat (9) in de zaagtafel
linksom draaien.
3. Met behulp van een hoek de zaagtafel haaks
ten opzichte van de zaagband uitrichten en
klemschroef (13) weer aantrekken.
4. Met een binnenzeskantsleutel de
eindaanslagschroef (15) door het boorgat (9)
in de zaagtafel rechtsom draaien, totdat de
eindaanslagschroef (15) de zaagbehuizing
net raakt.
6.5 Aanslaggeleider monteren
Bevestig het aanslaggeleidingsprofiel (16) met
vier vleugelschroeven en sluitringen aan de
zaagtafel.
6.6 Parallelle aanslag monteren
De parallelle aanslag (17) kan zowel links alsook
rechts van het zaaglint gemonteerd worden.
24
Parallele aanslag vastklemmen
1. Parallelle aanslag in de achterste tafelrand
inhaken.
2. Parallelle aanslag voren op het
aanslaggeleidingsprofiel (16) zetten.
3. Parallelle aanslag door het omlaag drukken
van de vergrendelarmen (18) fixeren.
6.7 Transport
Bovenste lintgeleider (24) helemaal naar boven
brengen. (Details zie hoofdstuk 9.1).
Schroef uitstekende accessoires los.
De zaag niet optillen of transporteren aan de
veiligheidsvoorzieningen.
Transporteer de zaag met de hulp van een tweede
persoon.
7. Belangrijke
bedieningselementen
Aanwijzing:
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste
bedieningselementen van de machine
voorgesteld.
De correcte omgang met de machine is
beschreven in het hoofdstuk "Bediening". Lees het
hoofdstuk "Bediening" voor u de machine voor de
eerste keer in gebruik neemt.
Aan-/uit-schakelaar
Inschakelen = op de groene schakelaar (2)
drukken.
Uitschakelen = op de rode schakelaar (3)
drukken.
Herstartbeveiliging: Als de spanning wegvalt, dan
slaat er een minimumspanningsrelais aan. Zo
wordt verhinderd dat de zaag vanzelf gaat draaien
als er weer spanning is. Om in dit laatste geval de
machine opnieuw te starten, moet u opnieuw op de
groene schakelaar drukken.
Draaisluiting deur van de behuizing
Met de draaisluiting (5) opent en sluit u de deur van
de behuizing.
Bovenste/onderste deur van de behuizing openen:
1. Draai de draaisluiting (5) meerdere keren
linksom.
Deur van de behuizing wordt een beetje
geopend. De deurzekering wordt geactiveerd
en schakelt de motor uit.
Gevaar door vrij liggende zaaglinten
en lintzaagwielen!
Als de motor na het openen van de deur niet
wordt uitgeschakeld of de deur onmiddellijk
openspringt, is de deurzekering of het
sluitsysteem defect. Stel de zaag buiten
werking en laat deze repareren door de
servicevestiging in uw land.
2. Draai de draaisluiting (5) verder linksom.
De deur van de behuizing wordt volledig
geopend.
Bovenste/onderste deur van de behuizing sluiten:
Druk de deur van de behuizing aan en draai de
draaisluiting (5) rechtsom tot de deur van de
behuizing correct sluit.
Instelwiel voor zaaglintspanning
Met het instelwiel (19) kunt u de spanning van het
zaaglint indien nodig corrigeren. (Details zie
hoofdstuk 8.2).
Instelwiel voor de hoek van het bovenste
lintzaagwiel (loop van het zaaglint instellen)
Met het instelwiel (27) kunt u de hellingshoek van
het bovenste lintzaagwiel indien nodig
veranderen. Door de hellingshoek te wijzigen,
wordt het zaaglint zo uitgelijnd dat het precies
midden op het kunststof loopvlak van de
lintzaagwielen loopt. (Details zie hoofdstuk 10.2).
Hoekinstelling voor tafelblad
Nadat u de klemschroef (13) heeft losgedraaid,
kan de zaagtafel (10) traploos tot maximaal 45°
gekanteld worden ten opzichte van het zaaglint.
De parallelle aanslag
De parallelaanslag (17) wordt aan de voorkant
vastgeklemd en met de laaghouder aan de
achterkant van de zaagtafel aanvullend gefixeerd.
De parallelle aanslag kan zowel links als rechts
van het zaaglint gemonteerd worden. (Details zie
hoofdstuk 6.6).
Dwarse aanslag
De dwarsaanslag (20) wordt van voren in de groef
in de zaagtafel geschoven.
Voor hoeksneden kan de dwarsaanslag naar
beide kanten om 60° worden versteld.
Voor hoeksneden van 45° en 90° zijn
desbetreffende aanslagen voorhanden.
Voor het instellen van een hoek: klemhendel (21)
door linksom te draaien los maken.
Verwondingsgevaar!
De klemhendel (21) moet bij het zagen met
dwarsaanslag stevig bevestigd zijn.
8. Ingebruikneming
Gevaar!
Neem de zaagmachine pas in gebruik
wanneer de volgende voorbereidingen
getroffen zijn:
– zaag bevestigd;
– tafelblad gemonteerd en uitgelijnd;
– veiligheidsvoorzieningen gecontroleerd.
Sluit de zaagmachine pas op het stroomnet
aan als alle hierboven vernoemde
voorbereidingen getroffen zijn! Anders
bestaat het gevaar dat de zaag ongewild start
en ernstige verwondingen veroorzaakt.
8.1 Zaagselafzuigsysteem aansluiten
Gevaar!
Het zaagstof van enkele houtsoorten (bijv. eik,
beuk en es) kan bij het inademen
kankerverwekkend zijn: werk in gesloten
ruimten uitsluitend met een
zaagselafzuiginstallatie (luchtsnelheid aan de
afzuigaansluitstuk van de zaag >= 20 m/s).
Opgelet!
Het werken zonder zaagselafzuiginstallatie is
alleen toegestaan:
– in openlucht;
– bij kortstondig gebruik (gedurende max.
30 minuten);
– met stofmasker.
– Als er zonder afzuigsysteem gewerkt
wordt, dan hoopt er zich binnenin de
lintzaag zaagsel op. Deze ophopingen
moeten regelmatig verwijderd worden.
Een zaagselafzuigsysteem of een industriële
stofzuiger met een geschikte adapter op de
afzuigaansluitstuk (12) aansluiten.
8.2 Zaaglint spannen
Gevaar!
Een te hoge spanning kan leiden tot een breuk
in het zaaglint. Bij een te lage spanning kan
het aandrijfwiel beginnen slippen, waardoor
het zaaglint komt stil te staan.
1. Breng de bovenste lintgeleider (24) helemaal
naar boven. (Details zie hoofdstuk 9.1).
2. Om de spanning te controleren, met de vinger
in het midden tussen de zaagtafel en de
bovenste bandgeleiding zijdelings tegen het
zaagband drukken (het zaagband mag zich
slechts om 3 tot 5 mm zijdelings laten
indrukken)
3. Corrigeer de spanning indien nodig:
– Verhoog de spanning door het instelwiel (19)
naar rechts te draaien.
– Verlaag de spanning door het instelwiel (19)
naar links te draaien.