... het apparaat niet
voldoende koelt ...
... het apparaat teveel
geluid maakt ...
... het apparaat is
ingeschakeld, maar de
compressor loopt niet ...
... het buitendeel druppelt ...
82
Zorg ervoor dat het raam of de deur zo weinig
mogelijk is geopend. Dit is vooral belangrijk
wanneer u de verbindingsslang door een kier
van het raam of de deur hebt geleid.
Controleer of de verbindingsslang vrij ligt -hij
mag niet afgekneld zijn.
Controleer of de luchtinlaat en -uitlaat niet zijn
afgedekt.
Als u periodiek het geluid van stromend water
hoort, ligt dit aan de condenswaterpomp die het
water wegpompt.
Na elke inschakeling van het apparaat wordt de
tijdvertraging voor het inschakelen geactiveerd.
Na verloop van 3 minuten schakelt het apparaat
hoorbaar in.
Ingeval het controlelampje voor "Ontvochtigen"
knippert, is de stand ontvochtigen
ruimte gekozen en is de temperatuur van deze
ruimte lager dan 18°C. De compressor wordt
uitgeschakeld (zie hiervoor ook de raadgevingen
en waarschuwingen met betrekking tot het
hoofdstuk "Alleen ontvochtigen").
De binnentemperatuur van de ruimte dient hoger
te zijn dan 18°C opdat het apparaat kan werken
in de standen ontvochtigen en koelen.
Ingeval op het beeldscherm de aanduiding "F1"
of "F2" verschijnt, heeft er zich een storing
voorgedaan in de thermische sondes.
Waarschuwt u de Officiële Technische
Hulpdienst van het merk!
Controleer of het buitendeel horizontaal staat of
hangt.
Controleer of de afsluitstop goed is aangebracht.
Attentie!
Andere ingrepen of reparaties moeten door een
vakkundig monteur worden uitgevoerd. Neem in
dit geval contact op met uw leverancier of de
Servicedienst.
van de