Gallagher 3E4410 M350 M550 M650 Schrikdraadapparaat handleiding
op onderdelen zoals de beschermende aarding van het voedingssysteem of de aarding
van het telecommunicatiesysteem. Zorg ervoor dat het schrikdraadapparaat een goede
ventilatie heeft.
• Aansluitleidingen die binnen gebouwen worden geleid moeten effectief geïsoleerd zijn
tegen geaarde constructieonderdelen van het gebouw. Dit kan worden bereikt door
gebruik te maken van een hoogspanningskabel.
• Ondergrondse aansluitgeleiders moeten in een mantel uit geïsoleerd materiaal worden
geplaatst of er dient kabel met hoogspanningsisolatie worden gebruikt. Let erop dat
er geen schade aan de aansluitdraden kan ontstaan door het in de grond zakken van
hoeven van vee of door tractorwielen.
• Aansluitleidingen voor de afrastering mogen niet door dezelfde kabelgoot worden
gevoerd waarin netspanningskabels of communicatie-of datakabels liggen.
• Aansluitleidingen en draden van een elektrische afrastering mogen niet over
bovengrondse stroom-of communicatieleidingen heen lopen.
• Indien mogelijk moeten afrasteringen niet onder bovengrondse hoogspanningsleidingen
aang elegd worden. Indien dit niet kan worden vermeden, dan dient de afrastering de
bovengrondse leiding zo haaks te mogelijk kruisen.
• Indien aansluitkabels en draden van een elektrische afrastering in de buurt van
bovengrondse lichtnetleidingen worden geïnstalleerd, dan mogen de onderlinge
afstanden niet kleiner zijn dan wat hieronder wordt aangegeven:
Minimale afstand tussen hoogspanningsleidingen en elektrische afrasteringen
Power line Voltage V
Less than or equal to 1 000
Greater than 1 000 and less than or equal to 33 000
Greater than 33 000
• Indien aansluitkabels en draden van elektrische afrasteringen in de buurt van
bovengrondse leidingen worden geïnstalleerd, mag de bovengrondse hoogte niet groter
zijn dan 3 m (9 vt).
Deze hoogte geldt aan beide kanten van de loodrechte projectie op de grond vanuit de
buitenste geleiders van de hoogspanningslijn, op een afstand van:
•
2 m (6 ft) voor stroomleidingen met een nominale spanning van niet meer dan
1000 V;
•
15m (48ft) voor stroomleidingen met een nominale spanning van meer dan 1000
V.
Clearance m
3
4
8
17