VEILIGHEIDS- EN PRODUCTINFORMATIE - LEES AANDACHTIG DOOR VOORAFGAAND AAN MONTAGE EN BEWAAR VOOR GEBRUIK IN DE TOEKOMST
OPMERKING
Van Guard Accessories Ltd en/of zijn distributeurs aanvaarden geen aansprakelijkheid voor producten die niet zijn
gemonteerd in overeenstemming met de bijgeleverde montage-instructies of die niet op het juiste voertuig zijn gemon-
teerd.
Raadpleeg het handboek van de voertuigfabrikant om het maximale draagvermogen van het dak van uw voertuig vast te
stellen. Overschrijd deze grens niet.
Van Guard Accessories Ltd aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade aan of verlies van eigendommen als gevolg van
het vervoeren van ladingen die zwaarder zijn dan de aanbeveling van de fabrikant.
MONTAGE (A)
A.01.
De assemblage en montage moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de bijgeleverde montage-instruc-
ties. Zorg ervoor dat u deze hebt gelezen en begrepen voordat u begint.
A.02.
Controleer voordat u begint aan de hand van de bijgeleverde montage-instructies of alle onderdelen aanwezig en
juist zijn. Vanwege ons uitrustingsproces kunt u meer onderdelen hebben ontvangen dan voor uw product nodig zijn.
A.03.
Reinig het dak van het voertuig, met name de montagepunten voordat u begint.
A.04.
Zorg dat alle bevestigingsmiddelen worden aangedraaid tot het aanhaalmoment dat in de bijgeleverde montage-in-
structies is vermeld.
A.05.
De bijgeleverde montage-instructies kunnen van toepassing zijn op meer dan één model dakdragersysteem.
Raadpleeg pagina 2 van de montage-instructies om ervoor te zorgen dat u het juiste systeem op het juiste voertuig
monteert.
RIJDEN/GEBRUIK (B)
B.01.
Voordat u gaat rijden, moeten alle schroefverbindingen en verbindingen van de dakrails en alle andere onderdelen
worden gecontroleerd op stevigheid en zo nodig vaster worden aangedraaid.
B.02.
Als u tijdens een rit een pauze neemt waarin het voertuig met de dakdrager onbeheerd wordt achtergelaten, moeten
alle toegankelijke bevestigingspunten van de dakdrager en lading worden gecontroleerd op stevigheid en functioneren
(controleer op schade door interventie van buitenaf/vreemden).
B.03.
Na het voor de eerste keer monteren van de dakdrager en telkens als de dakdrager opnieuw op het voertuigdak
wordt aangebracht, moeten de dakdrager, accessoires en lading aanvankelijk na een korte rit van maximaal 50 km of 30
minuten worden gecontroleerd op stevigheid en functioneren en zo nodig steviger worden bevestigd. Met name tijdens
langere ritten moeten schroefverbindingen tussen dakrails en voertuigdak met regelmatige tussenpozen worden
gecontroleerd - na maximaal 500 km - op stevigheid en strakheid en moeten zo nodig opnieuw stevig worden bevestigd.
Bij een slecht wegdek moet een controle van schroefverbindingen met tussenpozen van twee uur rijden worden herhaald.
B.04.
Plotseling remmen, abrupt accelereren en snel rijden door bochten moeten zoveel mogelijk worden vermeden. Als
een lading op het dak wordt vervoerd moet de rijsnelheid worden aangepast aan externe condities, zoals wegdek, zijwind,
de algemene verkeerssituatie enz.
B.05.
Voor dakdragers moeten de nationale regels worden gevolgd (bijv. StVZO - Duitse code voor toegang tot de
snelweg, Franse Code de la Route, enz.).
B.06.
Inspecteer de stevige bevestiging van de lading en de bevestigingsbanden/materialen na een korte afstand en
vervolgens met regelmatige tussenpozen.
ULTI Bar
B.07.
Met het oog op brandstofbesparing en de veiligheid van andere weggebruikers moet dit product van het voertuig
worden verwijderd als het niet wordt gebruikt.
B.08.
Rijd nooit een autowasstraat binnen met een gemonteerde dakdrager. Verwijder de dakdrager van te voren.
B.09.
Als men rijdt met de dakdrager met of zonder lading, moet rekening worden gehouden met de aanzienlijk grotere
hoogte van het voertuig. Als dit wordt vergeten, kan dit resulteren in botsingen - met grote schade aan gebouwen en/of
persoonlijk letsel als gevolg.
B.10.
Bij het vervoeren van ladingen met een groot oppervlak moet men rekening houden met de extra kracht die kan
worden uitgeoefend.
LADEN/BEVESTIGEN (C)
C.01.
Houd u aan het gespecificeerde maximale draagvermogen van de dakdrager. Dit vermogen is vermeld in de
montage-instructies. Deze limiet is echter altijd ondergeschikt aan het maximale laadvermogen van het dak, dat door de
voertuigfabrikant wordt aangegeven. Maximale dakbelasting = gewicht van dakdrager + gewicht van materi-
alen/accessoires waarmee de lading wordt bevestigd + gewicht van de lading.
C.02.
De lading moet gelijkmatig over het oppervlak van de dakdrager worden verspreid, en het zwaartepunt van de lading
moet zo laag mogelijk worden gehouden. De lading moet met geschikte banden worden beveiligd tegen verschuiving (geen
elastische banden met of zonder haken).
C.03.
Ladingen mogen niet wezenlijk over het laadvlak van de dakdrager uitsteken. Ladingen die over de uiteinden van de
dakdrager hangen moeten voldoen aan alle relevante geldende wetten en verordeningen en moeten goed worden bevestigd.
C.04.
Als men lange objecten vervoert, moeten deze stevig worden vastgemaakt aan zowel de voor- als achterkant van het
voertuig.
ONDERHOUD (D)
D.01.
Controleer regelmatig of alle bevestigingsmiddelen op strakheid.
D.02.
Inspecteer regelmatig alle onderdelen op tekenen van slijtage of schade. Vervang verloren, beschadigde of versleten
onderdelen onmiddellijk.
D.03.
Aanpassingen aan het product zijn niet toegestaan. Indien wijzigingen aan het product worden aangebracht of
andere reserveonderdelen of accessoires worden gebruikt dan die door de fabrikant zijn geleverd, vervalt de fabrieksga-
rantie en de aansprakelijkheid van de fabrikant voor eventuele materiële schade of ongevallen. U moet de bijgeleverde
montage-instructies in acht nemen en mag alleen de geleverde originele onderdelen gebruiken.
AFWERKING (E)
E.01.
De monteur, eindgebruiker en iedereen die het product gebruikt moeten zowel dit document als de bijgeleverde
montage-instructies ontvangen en lezen. Bewaar zowel de montage-instructies als dit document voor gebruik in de
toekomst.
E.02.
Zorg ervoor dat alle verpakking op verantwoorde wijze wordt weggeworpen.
E.03.
Zorg ervoor dat dit product indien het niet meer bruikbaar is op verantwoorde wijze wordt afgevoerd.
E.04.
Voldoe tijdens het monteren en gebruik van dit product altijd aan de toepasselijke veiligheidsregels en -voorschrif-
ten.
NL
IN8348 - 05 OF 12