15
Poortaandrijving ophangen
Poort helemaal openen, poortaandrijving op de poort leggen (afb. A).
Leg een stuk hout / karton onder de gemarkeerde plaats (X).
De opener moet stevig op de garageconstructie bevestigd worden.
Er zijn drie representieve installaties afgebeeld (afb. B). De uwe kan echter
nog anders zijn. De hangijzers (1) moeten onder een hoek bevestigd
worden om voor een stevige bevestiging te zorgen. Bevestig bij afgewerkte
plafonds een stevige metalen steun (niet bijgeleverd) op de garage-
constructie voordat u de opener installeert. Voor het monteren aan een
betonnen plafond de meegeleverde betonankers gebruiken (3).
Meet aan weerszijden van de opener de afstand van de opener tot de
draagconstructie (of plafond).
Zaag beide hangijzers af op de vereiste lengte. Maak van elk hangijzer
één uiteinde vlak en buig of draai dit zo dat het overeenkomt met de
bevestigingshoeken. Buig de hangijzers niet ter hoogte van de
gaten. Boor 4,5mm aanzetgaten in de draagconstructie (of plafond).
Bevestig de steunen met houtschroeven (4) aan de steunen.
Til de opener omhoog en bevestig deze aan de hangijzers met bouten en
moeren (5). Controleer of de rail precies midden boven de deur zit.
VERWIJDER de lat. Doe de deur met de hand open en dicht. Als de deur
tegen de rail stoot, moet u de kopsteun hoger bevestigen.
Let er op dat de rail horizontaal langs het plafond loopt.
De afstand kan worden aangepast met de opgegeven
afstanden tussen de gaten. Uitstekende uiteinden van de
plafondbevestiging kunnen worden ingekort, indien nodig.
16
Poortbevestiging monteren
Inbouw bij sectionaalpoorten of eendelige poorten:
De poortbevestiging (1) beschikt over meerdere bevestigingsgaten.
De poortbevestiging moet in het midden bovenaan aan de binnenkant van
de poort liggen, zoals geïllustreerd. Gaten markeren en poortbevestiging
vastschroeven.
Montagehoogtes:
1. Eendelige poort of sectionaalpoort met één geleidingsrail:
afstand tot de bovenkant van de poort 0-100 mm.
2. Sectionaalpoort met twee geleidingsrails:
afstand tot de bovenkant van de poort 100-130 mm.
TER INFO:
Het bevestigingspunt aan de poort moet het frame of een stabiele plaats
op het poortpaneel zijn. Evt. te doorboren zoals geïllustreerd
in afb. B en vast te schroeven (schroeven niet meegeleverd).
17
Poortarm op de loopwagen bevestigen
De rechte poortarm is al voorgemonteerd. Door aan de rode greep te
trekken, wordt de loopwagen van de tandriem ontgrendeld en kan dan met
de hand bewogen worden.
ONTGRENDELEN:
1. De poort moet, indien mogelijk, volledig gesloten zijn.
2. Trek de rode noodontgrendelingsgreep naar onderen.
vergrendelen:
Het ontgrendelingsmechanisme voorkomt dat de loopwagen automatisch
weer wordt vergrendeld. Druk op de groene knop op de loopwagen en bij
de volgende poortbeweging wordt het systeem opnieuw vergrendeld.
Hang de ontgrendelingsgreep voor de noodontgrendeling op een
hoogte van minstens 1,80 m. Het gele informatiebord van de ont
grendeling (sticker) op de kabel van de handgreep bevestigen.
Elektrische aansluiting
18
Om risico's voor personen en schade aan het toestel te vermijden,
mag de poortaandrijving pas worden bediend, wanneer hiervoor in
deze gebruiksaanwijzingen uitdrukkelijk de aanwijzing wordt
gegeven. De netstekker moet altijd vrij toegankelijk zijn om het
apparaat van het stroomnet te kunnen koppelen.
19
Verlicht wandtoestel monteren
Plaats de deurbediening op een punt waar de garagedeur zichtbaar is, uit
de buurt van de deur en buiten bereik van kinderen. Tenminste 1,5 m
boven de vloer monteren Door misbruik van de opener kan een bewe-
gende garagedeur ernstig letsel veroorzaken. Voorkom dat kinderen de
deurbediening of de afstandsbediening gebruiken.
Aan de achterzijde van de deurbediening (2) bevinden zich twee
aansluitingen (1). Verwijder ca. 6mm isolatiemateriaal van de beldraad.
Scheid de draden ver genoeg zodat de wit/rode draad op de aansluiting
(RED) en de witte draad op de andere aansluiting (WHT) kan worden
aangesloten. Bevestig de deurbediening binnen aan de garagewand met
de meegeleverde plaatschroeven (3). Boor gaten van 5 mm en gebruik de
pluggen wanneer de installatie op een gemetselde muur plaats vindt. Een
goede plaats is naast de onderhoudsdeur en buiten bereik van kinderen.
Leid de beldraad langs de muur omhoog en over het plafond naar de
garagedeuropener. Gebruik geïsoleerde nietjes (5) om de draad te
bevestigen. Sluit de beldraad aan op de aansluitingen.
Bediening van de deurbediening
Indrukken om de deur te openen of te sluiten. Opnieuw indrukken om
de deur te stoppen terwijl deze beweegt.
nl 04/13