Veiligheid
3.7
Functionele en visuele controle
3.7.1 Algemeen
•
Voor elk gebruik op werking moet gecontroleerd worden of het toestel goed functioneert en of het
zich in goede staat bevindt.
•
Onderhoud, smering en opheffen van storingen aan het toestel mogen uitsluitend buiten bedrijf
plaatsvinden!
•
Bij gebreken die de veiligheid betreffen, mag het toestel pas nadat de gebreken volledig zijn
verholpen weer in gebruik worden genomen.
•
In geval van scheuren, kieren of beschadigingen aan gelijk welke delen van het apparaat moet elke
gebruik van het apparaat onmiddellijk stop gezet worden.
•
De handleiding van het toestel moet op de werklocatie altijd kunnen worden geraadpleegd.
•
De op het toestel aangebrachte typeplaatje mag niet worden verwijderd.
•
Onleesbare verwijzingsplaatjes (zoals verbods- en waarschuwingstekens) moeten worden
vervangen.
3.8
Veiligheid tijdens bedrijf
3.8.1 Algemeen
•
Alleen apparaaten met handgrepen mogen met de hand gevoerd worden.
•
De bediener mag de besturingsplaats niet verlaten zolang de apparaat met lading belast is en moet
altijd zicht hebben op de lading.
•
Als de apparaat in gebruik is mogen zich geen mensen in het werkgebied ophouden!
Tenzij dat absoluut noodzakelijk is op grond van de wijze waarop de apparaat wordt gebruikt, bijv.
door de apparaat met de hand te voeren (aan de handgrepen).
•
Het schoksgewijze omhoog of omlaag gaan van het apparaat met en zonder last, bvb. ook
veroorzaakt door het snelle rijden met het draagapparaat/hefwerktuig over oneven terrein is
verboden! Gevaar voor het ontglippen van de gegrepen goederen. Ongekontroleerde
bewegingen van het apparaat.
•
De apparaat mag niet geopend worden als de openingsweg door een obstakel geblokkeerd is.
•
Het draagvermogen en de nominale breedtes van de apparaat mogen niet overschreden worden.
51100015
8 / 17
NL