T.I.P. GPK 3600 Instrucciones Para El Manejo página 44

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 32
STORING
2. De motor loopt, maar
1.
De pompbehuizing is niet met vloeistof gevuld.
het toestel pompt
geen vloeistof.
2.
Binnentreden van lucht in de aanzuigleiding.
3.
Aanzuighoogte en/of opvoerhoogte te hoog.
3. Het toestel stopt na
1.
De stroomaansluiting is niet in
een korte
overeenstemming met de gegevens op het
bedrijfsduur met
typeplaatje.
pompen, omdat de
2.
Vaste deeltjes verstoppen de pomp of
thermische
aanzuigleiding.
motorbeveiliging is
3.
De vloeistof is te dik.
geactiveerd.
4.
De temperatuur van de vloeistof of de
omgeving is te hoog.
4. De pomp bereikt niet
1.
Zie punt 2.2.
de gewenste druk.
2.
De rotor is versleten.
10. Garantie
Dit toestel is volgens de nieuwste methodes geproduceerd en gekeurd. De verkoper verleent garantie op
materiaal- en fabricagefouten volgens de wettelijke bepalingen van het land waarin het toestel is gekocht. De
garantieperiode begint met de dag van aankoop onder de volgende voorwaarden:
Binnen de garantieperiode worden alle gebreken die door materiaal- of fabricagefouten zijn veroorzaakt kosteloos
verholpen. Reclamaties moeten onmiddellijk na constatering worden gemeld.
Het recht op garantievergoeding vervalt in geval van reparaties of wijzigingen aan het toestel door de koper of
door derden. Schade die door onvakkundige omgang met of bediening van het toestel, door onjuiste opstelling of
bewaring, onvakkundige aansluiting of installatie, door overmacht of andere externe invloeden ontstaat, valt niet
onder de garantie.
Slijtbare delen zoals rotor en glijringafdichtingen vallen niet onder de garantie.
Alle onderdelen zijn met de grootste zorgvuldigheid en uit materialen van hoge kwaliteit geproduceerd en voor
een lange levensduur ontwikkeld. Slijtage is echter afhankelijk van soort en intensiteit van gebruik en de
regelmaat van onderhoud. De navolging van de installatie- en onderhoudsinstructies in deze handleiding draagt
daarom aanzienlijk bij tot de lange levensduur van de slijtbare delen.
Wij behouden ons het recht voor in geval van reclamatie de defecte delen te repareren of te vervangen of een
vervangend toestel te leveren. Vervangen onderdelen worden ons eigendom.
Er kan geen aanspraak worden gemaakt op schadevergoeding voor zover de schade niet op opzet of grove
nalatigheid door de fabrikant berust.
Verdere aanspraken kunnen op basis van deze garantie niet worden gemaakt. De koper moet d.m.v. een
aankoopbon de aanspraak op garantie kunnen aantonen. Deze garantie is geldig in het land waarin het toestel is
gekocht.
Bijzondere instructies:
1. Mocht het toestel niet meer goed functioneren, controleer dan eerst of er sprake is van een bedieningsfout of
een oorzaak die niet aan een defect van het toestel te wijten is.
2. Als u het defecte toestel ter reparatie inlevert of opstuurt, sluit dan tenminste de volgende documenten bij:
 aankoopbon
 beschrijving van de opgetreden fout (een nauwkeurige beschrijving zorgt voor een snellere reparatie).
3. Verwijder alle door u toegevoegde onderdelen die niet in overeenstemming zijn met de originele toestand van
het toestel, voor u het defecte toestel inlevert of opstuurt. Mochten deze door u aangebrachte onderdelen bij
teruggave van het toestel ontbreken, zijn wij hiervoor niet aansprakelijk.
11. Bestelling van reserveonderdelen
De snelste, eenvoudigste en voordeligste manier om reserveonderdelen te bestellen, is via internet. Op onze
website www.tip-pumpen.de vindt u een comfortabele onderdelenshop waar u met slechts enkele clicks
onderdelen kunt bestellen. Bovendien vindt u op deze website uitgebreide informatie en handige tips over onze
producten en accessoires, nieuwe toestellen en nieuwe trends en innovaties op het gebied van de pomptechniek.
41
MOGELIJKE OORZAAK
6
OPLOSSING
1.
Vul de pompbehuizing met vloeistof (zie
hoofdstuk "Ingebruikname")
2.
Controleer of / zorg ervoor dat:
a)
de aanzuigleiding en alle verbindingen
luchtdicht zijn.
b)
de ingang van de aanzuigleiding incl.
terugslagventiel geheel in de te verpompen
vloeistof is gedompeld.
c)
het terugslagventiel met aanzuigfilter niet lek of
geblokkeerd is.
d)
de aanzuigleidingen geen sifon, knik,
tegenhelling of vernauwing vertonen.
3.
Verander de opstelling van de installatie zo dat
de aanzuighoogte en/of de opvoerhoogte de
max. waarde niet overschrijden.
1.
Met een gekeurd apparaat de spanning op de
leidingen van de aansluitkabel controleren
(neem de veiligheidsinstructies in acht!).
2.
Verstopping verwijderen.
3.
De pomp is niet geschikt voor deze vloeistof.
Eventueel de vloeistof verdunnen.
4.
Zorg ervoor dat de temperatuur van de te
verpompen vloeistof en de omgeving de
maximaal toegestane waarden niet overschrijdt.
1.
Zie punt 2.2.
2.
Neem contact op met de klantenservice.
loading