2.2.1 Inclinatie en snelheid van de toorts tijdens het
snijden
- Pak de toorts en trek aan de veiligheids hendel (1).
- Druk even op de toortsknop (2) om de pilootboog te acti-
veren, laat de knop los en controleer op de display of de
machine goed werkt. wij raden aan de pilootboog weer uit
te schakelen om slijtage van de elektrode en het mondstuk te
voorkomen.
Als de pilootboog is geactiveerd zonder daadwerkelijk te snij-
den zal de stroombron de boog na 6 seconden automatisch
doven.
Positioneer de toorts dichtbij het werkstuk en begin
met snijden door met een regelmatige
naar voren te gaan.
De toorts moet gewoonlijk tijdens alle snijfases loodrecht op het
werkstuk gehouden worden; natuurlijk moet aan de toortseen-
heid de juiste inclinatie gegeven worden als er afschuiningen of
schuine sneden gemaakt moeten worden.
De snelheid moet zodanig afgesteld worden dat de boog die
onder het werkstuk uit komt loodrecht is (5-10 graden inclinatie
is acceptabel).
Er wordt aangeraden met lagere snelheid te star-
ten om te voorkomen dat er materiaal weg spat
waardoor het kap zou kunnen beschadigen.
2.2.2 Boren
In sommige gevallen moeten er materialen doorboord worden
door middel van plasmasnijden. Zo neemt de slijtage van de
aan verbruik onderhevige delen toe en blijkt het van groot
belang te zijn de terugslag van spatten te voorkomen die vooral
gevaarlijk zijn bij metaalplaten dikker dan 5 mm.
Er wordt aangeraden te starten met naar de zijkant
gehelde toorts zodat de spatten van de snijzone af
gericht worden zodat de toortseenheid niet bescha-
digd wordt en niet oververhit raakt.
Verwijder onmiddellijk eventueel op het kap of op
het keramische kapje opeengehoopt materiaal.
LET OP: het plasmasnijden is een proces met
grote warmtetoediening waardoor zowel het te
snijden werkstuk als het uiteinde van de toorts
op zeer hoge temperatuur gebracht worden.
2.2.3 Rond snijden
Voor het maken van flenzen en het openen van gaten is er
de mogelijkheid een van roterende kop voorziene kompas op
wieltjes te gebruiken.
2.2.4 Praktische tips
Er wordt aangeraden de pilootboog van het werkstuk vandaan te
ontsteken en hem dan te laten naderen totdat de snijboog ontsteekt;
door het herhaaldelijk ontsteken van de snijboog in aanraking met
het werkstuk neemt de temperatuur in de toortseenheid toe.
56
Zet de generator niet uit voordat de koelstroming na het snijden
beëindigd is om oververhitting van de onderdelen van de toorts
te voorkomen.
3 ONDERHOUD
Bij de plasmatoorts S45 vindt de ontsteking van de pilootboog
plaats doordat de perslucht de snijelectrode van de de snijtip
druk, door de ontsane ruimte ontstaat een snijboog. De afstand
vandaan; bij deze handeling vormen er zich geoxideerde zones
op de twee componenten, waardoor er zich ontstekingsproble-
men kunnen voordoen.
De doeltreffendheid en standtijd van de snijelectrode wordt dus
niet bepaald door de snijtijd maar ook door het aantal uitge-
voerde ontstekingen van de pilootboog.
Er wordt aangeraden de snijelectrode te vervangen voordat het
hafnium inzetstuk in de punt volledig versleten is.
De snijtip heeft gewoonlijk een gemiddelde levensduur onge-
veer gelijk aan die van de snijelectrode en moet vervangen
worden als de aanwezige opening onregelmatig is en groter dan
de oorspronkelijke (een beschadigde opening heeft een slechte
kwaliteit snede tot gevolg).
De snijelectrode en de snijtip moeten gelijktijdig vervangen
worden voor een lagere levenduur van de toorts.
Door met versleten snijelectrode en snijtip door te werken, kan
beweging
er schade aan andere toortsdelen aangericht worden.
Er moet op gelet worden of de snijelectrode en snijtip goed
bevestigd zijn om te voorkomen dat de toorts onherstelbaar
beschadigd wordt.
De normale onderhoud werkzaamheden moeten
worden uitgevoerd volgens de richtlijnen die de
fabrikant heeft verstrekt.
Iedere onderhoud beurt dient te worden gedaan door gekwa-
lificeerd personeel.
Niet goedgekeurde veranderingen aan de machine zijn ten
strengste verboden.
Schakel de stroomtoevoer altijd uit voor u onder-
houd pleegt.
Controleer de elektrische aansluitingen en de
kabels.
Voor het onderhoud of de vervanging van de toorts, elektro-
detang en of aardkabels:
Controleer de temperatuur van het onderdelen en
overtuig u ervan dat ze niet te heet zijn.
Draag altijd handschoenen die aan de veiligheids
voorschriften voldoen.
Gebruik geschikte sleutels en gereedschap.
Als geen regelmatig onderhoud wordt uitgevoerd, vervalt
de garantie en wordt de fabrikant van alle aansprakelijkheid
ontheven.