6 Functietoetsen
HEAT
TEMP.
TIMER
7 Indicatorlampjes HEAT / TEMP. / TIMER
8 Instellen van vermogen / Temperatuur / Uitschakeltijd
verhogen
verlagen
9 Display
10 Luchtinlaat
Algemeen
Koken met inductie
Tijdens het koken met inductie ontstaat de hitte door middel
van magnetische krachten pas wanneer een ketel of een pan
met magnetiseerbare bodem op een ingeschakelde kookzone
geplaatst wordt. Daarbij wordt enkel de bodem van het kookge-
rei verwarmd, maar niet de kookzone zelf. Onder het glaske-
ramiek bevindt zich de inductiespoel. Indien zij met stroom
verzorgd wordt ontstaat een magneetveld dat in de bodem
van de ketel wervelingen genereert. Hierdoor wordt de bodem
verwarmd. Dat bespaart energie omdat de warmte uitsluitend
daar ontstaat waar zij nodig is.
Welke kookgerei kan ik gebruiken?
Voor inductiekookplaten is kookgerei gemaakt van magne-
tiseerbaar material nodig. Kookgerei wordt vandaag met de
indicatie "geschikt voor inductiefornuis" uitgerust.
In principe kunt u alle ijzer bevattende pannen en potten gebrui-
ken. Of deze wel degelijk magnetiseerbaar zijn wordt tijdens
een korte test duidelijk gemaakt:
Gebruik van pannen. Als waarschuwingstonen klinken en de
melding "– – –" verschijnt, is de gebruikte pan niet geschikt.
OPMERKING:
Het apparaat schakelt om veiligheidsredenen na ongeveer
15 seconden in de standby-modus.
Deze materialen mogen evenmin als kookgerei gebruikt
worden:
Klei, glas of aluminium.
Deze ketels mag u niet gebruiken:
Ketels met ronde
Ketels wiens dia-
Bodem.
meter op de bodem
kleiner is dan 12 cm.
Aansluitingswaarde
De kookplaat kan in totaal een vermogen van 2000 W opne-
men. Bij deze aansluitingswaarde is een gescheiden toevoer-
leiding met een beveiliging via een 16 A veiligheidsschakelaar
voor huishoudelijk gebruik aanbevolen.
Gebruik geen verlengleidingen of meervoudige contactdozen
omdat het apparaat hierdoor teveel vermogen krijgt.
Aansluiting
• Controleer, voordat u de stekker in het stopcontact steekt,
of de netspanning die u wilt gebruiken, overeenstemt met
die van het apparaat. De gegevens m.b.t. de spanning
staan vermeld op het typeplaatje.
• Sluit het apparaat alleen aan op een volgens de voorschrif-
ten geïnstalleerd geaard stopcontact.
• Het apparaat heeft een gevoelige sensor. Een licht aanra-
king van het bedieningspaneel met de vinger is voldoende.
Gebruik de vinger, niet de tip van de vinger.
• Elke aanraking is bevestigd met een geluidstoon.
• Als het apparaat niet reageert wanneer u een toets aan-
raakt, het bedieningspaneel reinigen met een zachte, droge
doek. Zelfs een dun laagje water kan invloed hebben op de
sensor.
• Zorg ervoor dat het bedieningspaneel altijd schoon en
droog is en niet afgedekt is met voorwerpen.
Stand-by modus
Nadat u de stekker ingestoken heeft gaat de kookplaat naar de
stand-by modus. Een geluidssignaal is te horen. De indicator
boven de
toont "– L –" voor "LOW" (lage temperatuur).
• Plaats een passende ketel op de kookzone.
• Druk op de toets
te starten. De melding "– L –" gaat uit. De indicator HEAT
en TEMP. gaan knipperen.
Selecteer Temperatuur of Vermogen als Functie
• Druk op de
10 temperatuurinstellingen wilt selecteren.
Ketels die op
voeten staan.
• Druk op de
10 vermogen-instellingen wilt selecteren.
Elektrische aansluiting
LET OP: Overbelasting!
Bediening
ON/STANDBY-toets gaat branden. Het display
ON/STANDBY (5) om het kookbedrijf
OPMERKING:
Nu moet u binnen 30 seconden een functietoets indruk-
ken. Anders schakelt de kookplaat terug in de STANDBY-
modus.
TEMP.-toets als u een van de
HEAT-toets als u een van de
15