6 I N G E B R U I K N A M E E N B E D I E N I N G
1' X Í &ÉÉÄÑ
á
Controleer de Verdamper met be-
hulp van hoofdstuk 1.1 "Leverings-
omvang", pagina 175 op volledig-
heid.
6.2 Aansluiting stroomnet
á
Controleer de Verdamper en de
USB-C Kabel aan de buitenkant op
zichtbare beschadigingen. Gebruik
geen beschadigde Verdamper.
á
Laat in geval van twijfel de elektri-
sche installatie door een specia-
list controleren of de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften
nageleefd.
F7vflw' zf' lw kfááw,38
De batterij van het nieuwe product is
tot 80% opgeladen.
á
Laad de batterij voor het eerste ge-
bruik volledig op.
á
Sluit de USB-C Kabel aan op de
USB-C laadbus van de Verdamper
en vervolgens op een geschikt
stopcontact.
Het oplaadproces wordt bevestigd
i
door kort oplichten van de LED-
indicator (kort groen/rood/blauw)
en trillingen.
De laadtoestand van de batterij
i
wordt aangegeven doordat de
LED-indicator blauw oplicht.
Toelichting over de batterijindicator tij-
dens de oplaadbeurt:
Blauw continulicht: de batterij is
volledig opgeladen.
Blauw, langzaam knipperen: de bat-
terij is voor ca. 61 – 96% opgeladen
Blauw, snel knipperen: de batterij is
voor ca. 31 – 60% opgeladen.
Blauw flitsen: de batterij is voor ca.
30% opgeladen.
Toelichting over de batterijindicator na
het uitschakelen:
Blauw continulicht: de batterij is
worden
voor ca. 64 – 100% opgeladen.
Blauw, langzaam knipperen: de bat-
terij is voor ca. 32 - 63% opgeladen.
Blauw, snel knipperen: de batterij is
voor ca. 1 - 31% opgeladen.
Blauw flitsen: de batterij is leeg.
á
Wanneer het opladen is voltooid,
moet u eerst de USB-C Kabel van
de stroombron en vervolgens van
de Verdamper loskoppelen.
U kunt de Verdamper niet gebrui-
i
ken als deze met de USB-C Kabel
op een stroombron is aangesloten.
Pas nadat een gedeeltelijke lading
heeft plaatsgevonden, kunt u deze
weer inschakelen.
U kunt de accu ook via de optioneel
i
verkrijgbare 12 V Auto-Oplader op-
laden.
184