De toegankelijkheid en technische naleving van het verpleegoproepsysteem zijn de
verantwoordelijkheid van het ziekenhuis.
INFORMATIE
De verpleegoproepkabel wordt geleverd met een niet-afgesloten uiteinde
▪
dat moet worden aangepast volgens de specifieke eisen en aansluiting
die hieronder worden beschreven.
Alle aansluitingen en loskoppelingen moeten worden uitgevoerd door
▪
personeel dat bevoegd is en op passende wijze is opgeleid.
4.1
Specificaties en gebruik
4.1.1 Specificaties van de verpleegoproepkabel
Lengte draden = 5 cm Krimpkous = 2 cm
Het niet-afgesloten uiteinde bestaat uit 3 draden voor aansluiting op het
signaleringssysteem van de verpleegoproep:
▪
R: Isolerend contact
▪
T: Actief contact
C: Gemeenschappelijk contact
▪
4.2
Aansluiting op de houder
▪
Sluit het afgesloten uiteinde van de verpleegoproepkabel aan op het
verpleegoproepcontact van de houder.
▪
Duw de kabel hiervoor in de daarvoor bestemde gleuf.
▪
Sluit het niet-afgesloten uiteinde van de verpleegoproepkabel aan op het
verpleegoproepsysteem van het ziekenhuis zoals hieronder wordt aangegeven.
▪
Controleer of het verpleegoproepsysteem werkt door alarmen te genereren.
Raadpleeg hiervoor
of het pompalarm wordt verzonden via het aangesloten verpleegoproepsysteem.
▪
Koppel de verpleegoproepkabel los om uit te schakelen.
4.2.1 Bedradingsschema's van het verpleegoproepsysteem
Zonder pompalarmen:
292
Protocol voor snelle controle van de verpleegoproep
. Controleer