Positionering
Installeer dit apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatklasse die is aangegeven op het typeplaatje
van het apparaat:
Klimaatklasse
SN
N
ST
T
Plaats
Het apparaat moet uit de buurt van warmtebronnen zoals
radiatoren, boilers, direct zonlicht, enz. Worden geïnstalleerd.
Zorg ervoor dat de lucht vrij rond de achterkant van de kast kan
circuleren. Om een optimale prestatie te garanderen, moet de
minimale afstand tussen de bovenkant van de cabine en de
bovenkast minimaal 100 mm bedragen als het toestel onder een
overhangende wandunit wordt geplaatst. Idealiter wordt het
apparaat niet onder een wandmeubel voor opbouwmontage
geplaatst. Nauwkeurige nivellering wordt verzorgd door een of
meer stelvoetjes aan de onderkant van de kast.
Voor koelapparaten met klimaatklasse:
- Uitgebreid gematigd (SN): dit koeltoestel is bedoeld voor gebruik bij
omgevingstemperaturen tussen 10 ° C en 32 ° C;
- gematigd (N): dit koelapparaat is bedoeld voor gebruik bij
omgevingstemperaturen tussen 16 ° C en 32 ° C;
- subtropisch (ST): dit koeltoestel is bedoeld voor gebruik bij
omgevingstemperaturen tussen 16 ° C en 38 ° C;
- tropisch (T): dit koeltoestel is bedoeld voor gebruik bij
omgevingstemperaturen tussen 16 ° C en 43 ° C;
Betekenis van de etikettering * van diepvriezers:
1- (*), 2- (**) en 3-sterren (***) diepvriezers zijn niet geschikt voor het
invriezen van vers voedsel.
2-sterren (**) en 3-sterren (***) vriezers zijn geschikt voor het bewaren van
diepvriesproducten (voorgevroren) en ijs of voor het maken van ijs en
ijsblokjes.
Omgevingstemperatuur
+ 10
o
C tot + 32
+ 16
C tot + 32
o
+ 16
C tot + 38
o
+ 16
C tot + 43
o
o
NL-19
o
C
C
o
C
o
C