Briggs & Stratton 100600 Manual Del Operador página 84

Ocultar thumbs Ver también para 100600:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 42
OPMERKING:  Geen olie toevoegen aan de snelle olie-aflaat, indien aanwezig.
3.
Plaats de peilstok en zet die vast (A, afbeelding 19).
4.
Verwijder de peilstok en lees het oliepeil af. Het correcte oliepeil is bovenaan bij de
indicator voor vol (B, afbeelding 19) op de peilstok.
5.
Plaats de peilstok en zet die vast (A, afbeelding 19).
6.
Sluit de bougiekabel(s) aan op de bougie(s). Zie het gedeelte Olie verwijderen.
Onderhoud aan het luchtfilter
WAARSCHUWING 
Brandstof dampen zijn ontbrandbaar en explosief. Brand of explosies kunnen
brandwonden of de dood tot gevolg hebben.
De motor niet starten en gebruiken als de luchtreiniger (indien aanwezig) of het
luchtfilter (indien aanwezig) is verwijderd.
OPGEPAST 
Reinig het filter niet met perslucht of oplosmiddelen. Perslucht kan beschadiging aan het
filter tot gevolg hebben en oplosmiddelen lossen het filter op.
Zie het Onderhoudsschema voor het benodigde onderhoud.
Verschillende modellen gebruiken een schuim of een papieren filter. Sommige modellen
kunnen ook uitgerust zijn met een optioneel voorfilter dat kan worden gereinigd en
opnieuw gebruikt. Vergelijk de illustraties in deze handleiding met het type dat op uw
motor is gemonteerd en voer onderhoud op basis daarvan uit.
1.
Maak de bevestiging(en) (A, afbeeldingen 20, 21) los.
2.
Verwijder het deksel (B, afbeeldingen 20, 21), indien hiermee uitgerust.
3.
Verwijder de bevestiging(en) (E, afbeelding 21), indien hiermee uitgerust.
4.
Om ervoor te zorgen dat er geen vuil in de carburateur komt, verwijdert u het
voorfilter (D, afbeeldingen 20, 21) en het filter (C) uit de houder van het luchtfilter.
5.
Tik met het filter (C, afbeeldingen 20, 21) zachtjes op een hard oppervlak om het
vuil los te maken. Als het luchtfilter vuil is, vervangt u het door een nieuw filter.
6.
Verwijder het voorfilter (D, afbeelding 20, 21) van het filter (C).
7.
Was het voorfilter (D, Afbeelding 20, 21) in water met een vloeibaar
reinigingsmiddel. Laat het voorfilter volledig aan de lucht drogen. Smeer het
voorfilter NIET.
8.
Monteer het droge voorfilter (D, afbeeldingen 20, 21) op het filter (C).
9.
Installeer het filter (C, afbeeldingen 20, 21) en het voorfilter (D). Zorg ervoor dat het
filter correct op de houder van het luchtfilter wordt geïnstalleerd.
10. Zorg ervoor dat de pakking (F, afbeelding 21), indien hiermee uitgerust, op de juiste
plaats zit onder het filter (C). Bevestig het filter (C) vast met de bevestiging(en) (E),
indien hiermee uitgerust.
11. Monteer de deksel (B, afbeeldingen 20, 21) en zet deze vast met de
bevestiging(en) (A). Zorg dat de bevestiging(en) goed vast zit(ten).
Onderhoud aan het brandstofsysteem
WAARSCHUWING 
Brandstof en brandstofdampen zijn ontvlambaar en explosief. Brand of explosies
kunnen brandwonden of de dood tot gevolg hebben.
Houd brandstof uit de buurt van vonken, open vuur, waakvlammen, hitte en
andere ontstekingsbronnen.
Controleer regelmatig de brandstofleidingen, brandstoftank, brandstofvuldop en
aansluitingen op scheuren of lekkages. Vervang beschadigde onderdelen.
Wanneer u het brandstoffilter reinigt of vervangt, moet u eerst de brandstoftank
aftappen of de brandstofafsluitklep sluiten.
Indien brandstof wordt gemorst, wacht tot deze verdampt is voordat u de motor
start.
Vervangende onderdelen moeten identiek zijn aan, en op dezelfde positie
worden geïnstalleerd als, de originele onderdelen. Andere onderdelen kunnen
schade of letsel tot gevolg hebben.
Brandstoffilter, indien geïnstalleerd
1.
Wanneer u het brandstoffilter (A, afbeelding 22) reinigt of vervangt, moet u eerst
de brandstoftank aftappen of de brandstofafsluitklep sluiten. Als de brandstoftank
niet wordt afgetapt, kan brandstoflekkage optreden en brand of een explosie
veroorzaken.
2.
Druk de lipjes (B, afbeelding 22) op de klemmen (C) samen met een tang en
beweeg de klemmen daarna weg van het brandstoffilter (A). Draai en trek de
brandstofleidingen (D) van het brandstoffilter af.
3.
Controleer de brandstofleidingen (D, afbeelding 22) op barsten of lekkage. Vervang
indien nodig.
84
4.
Vervang het brandstoffilter (A, afbeelding 22) door een origineel vervangingsfilter.
5.
Bevestig de brandstofleidingen (D, afbeelding 22) met klemmen (C).
Brandstofzeef, indien geïnstalleerd
1.
Verwijder de brandstofdop (A, afbeelding 23).
2.
Verwijder de brandstofzeef (B, afbeelding 23).
3.
Reinig of vervang de brandstofzeef wanneer deze vuil is. Vervang een
brandstofzeef altijd door een origineel vervangingsonderdeel.
Onderhoud aan het koelsysteem
WAARSCHUWING 
Tijdens het gebruik worden de motor en de demper heet. Als u een hete motor
aanraakt, kan dit thermische brandwonden veroorzaken.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras en snoeihout kunnen vlam vatten.
Voordat u de motor of demper aanraakt, stop de motor en wacht twee (2)
minuten. Zorg ervoor dat de motor en de demper veilig zijn om aan te raken.
Verwijder vuil van de demper en de motor.
OPGEPAST 
Gebruik geen water om de motor te reinigen. Water kan verontreiniging van het
brandstofsysteem veroorzaken. Gebruik een borstel en droge doek om de motor te
reinigen.
Dit is een luchtgekoelde motor. Vuil kan de luchtstroom belemmeren en ervoor zorgen
dat de motor te heet wordt, wat resulteert in onbevredigende prestaties en een kortere
levensduur van de motor.
1.
Verwijder vuil uit het luchtinlaatrooster met behulp van een borstel of droge doek.
2.
Houd verbindingen, veren en bedieningen schoon.
3.
Zorg dat het gebied rond en achter de demper, indien aanwezig, vrij blijft van
brandbaar vuil.
4.
Zorg ervoor dat de oliekoelerribben, indien aanwezig, schoon zijn.
Na verloop van tijd kan zich vuil ophopen in de koelribben van de cilinder en
veroorzaken dat de motor oververhit raakt. Dit ongewenste materiaal kan niet verwijderd
worden zonder de motor deels te demonteren. Laat een erkende servicedealer van
Briggs & Stratton het luchtkoelingssysteem inspecteren en reinigen zoals aanbevolen in
het Onderhoudsschema.
Weggooien lithium-ion accupacks
WAARSCHUWING 
Accuchemicaliën zijn giftig en kunnen corrosie veroorzaken.
Brand of explosies kunnen brandwonden of de dood tot gevolg hebben.
Elektrische schokken
Verbrand gebruikte accupacks niet. Er kunnen explosies, giftige dampen en
gevaarlijke materialen ontstaan.
Gebruik geen beschadigde accu.
Gebruikte en afgedankte accupacks kunnen een kleine elektrische lading bevatten.
Gooi gebruikte accupacks altijd weg zoals voorgeschreven door de federale, staats- en
plaatselijke voorschriften.
Opslag
Brandstofsysteem
WAARSCHUWING 
Brandstof en brandstofdampen zijn ontvlambaar en explosief. Brand of explosies
kunnen brandwonden of de dood tot gevolg hebben.
Brandstofopslag
Omdat waakvlammen of andere ontstekingsbronnen explosies kunnen
veroorzaken, moet u brandstof of de machine uit de buurt houden van ovens,
kachels, boilers of andere apparaten met waakvlammen.
Elektrische schokken
Houd de acculader droog om elektrische schokken te voorkomen. Laat het
accupack niet nat worden.
Hou de motor waterpas (normale bedrijfsstand). Vul de brandstoftank (A, afbeelding
24) met brandstof. Vul de brandstoftank niet tot boven de onderkant van de vulhals (B)
omdat de brandstof uitzet.
Brandstof kan oud worden als het langer dan 30 dagen in een opslagcontainer wordt
bewaard. Het gebruik van een alcoholvrije brandstofstabilisator en ethanolbehandeling
in de brandstofopslagtank wordt aanbevolen om brandstofdegradatie te voorkomen en
de brandstof vers te houden.
Wanneer u de brandstofcontainer met brandstof vult, voegt u een alcoholvrije
brandstofstabilisator toe zoals gespecificeerd in de instructies van de fabrikant. Als de
BRIGGSandSTRATTON.COM
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

100800

Tabla de contenido