4. Elektrische aansluiting
Schakelschema
4.1
I
O
De stroomtoevoer bestaat uit een 2- tot 3-polige kabel:
L
=
fase (meestal zwart, bruin of grijs)
=
nuldraad (meestal blauw)
N
PE
=
aarde (groen/geel)
Het apparaat kan ook elektrisch worden aangesloten
achter een netschakelaar, indien gewaarborgd is dat de
netschakelaar continu is ingeschakeld.
De lichtbron van deze lamp kan niet worden vervangen.
Mocht het noodzakelijk worden om die te vervangen (bijv.
aan het einde van zijn levensduur), dan moet de complete
lamp worden vervangen.
L L
PE
N
– 9 –
L
N
Inhoud