Vóór Elke Inbedrijfstelling - Dräger X-dock 5300 Instrucciones De Uso

Onderhoud
Test geslaagd, met restricties:
Deze status betekent dat deeltesten van de favoriet op grond
van speciale instellingen niet konden worden uitgevoerd.
Op het display wordt een bevestiging getoond.

De status-LED knippert geel.

Evt. gewenst instrumentveld selecteren, om verdere

informatie te verkrijgen.
Gasmeetinstrument uit de module verwijderen.

WAARSCHUWING
!
Vóór elk gebruik van het gasmeetinstrument moet er
na het verwijderen
gecontroleerd, of
ingeschakeld en in de meetmodus staat. Anders
bestaat het risico dat de gebruiker tijdens de inzet een
uitgeschakeld instrument bij zich draagt.
Test niet geslaagd:
Het display toont een foutmelding.

De status-LED knippert rood.

Evt. gewenst instrumentveld selecteren, om verdere

informatie te verkrijgen.
Fout identificeren en verhelpen.

Evt. test herhalen.

108
0 0
01133286.eps
uit de X-dock worden
het gasmeetinstrument
0 0
01133286.eps
Overzicht status-LED
Kleur Status
blauw knipperend
groen knipperend
geel knipperend
rood knipperend
5.5 Na het gebruik
1. Evt. gasmeetinstrumenten uit de modules verwijderen.
2. Testgascilinders sluiten.
AANWIJZING
i
i
Om het energieverbruik te beperken, adviseert Dräger
het station na gebruik volgens de gebruiksaanwijzing
uit te schakelen.
Als de gasmeetinstrumenten in het station worden
opgeslagen, verbruiken de gasmeetinstrumenten
meer stroom.
Gasmeetinstrumenten X-am max. 2 maanden

zonder energietoevoer opslaan. Bij langere opslag
de X-am 125+/8000+ module gebruiken.
AANWIJZING
i
i
Als gasmeetinstrumenten in het onderhoudsstation
moeten worden opgeslagen, dan de testoptie
"Spoelen" activeren, zodat de module na het uitvoeren
van de test opnieuw met verse lucht gespoeld wordt.
is
6 Onderhoud
6.1 Onderhoudsintervallen
AANWIJZING
i i
Afhankelijk van veiligheidstechnische overwegingen,
procestechnische omstandigheden en
instrumenttechnische vereisten dient de duur van de
onderhoudsintervallen op het individuele geval
afzonderlijk te worden afgestemd en evt. te worden
verkort. Dräger adviseert een onderhoudscontract af
te sluiten en reparaties door DrägerService uit te laten
voeren.
6.1.1 Vóór elke inbedrijfstelling
Vóór elke inbedrijfstelling van het instrument moeten de
volgende werkzaamheden worden uitgevoerd:
Alle slangen op vervuiling, broosheid en beschadiging

controleren en zo nodig vervangen.
Controleeer of de slangen goed vastzitten, zodat er geen

gas kan ontsnappen.
Controleer of de aansluitingen van alle kabels vastzitten.

Visuele controle

afdichtingscassettes. Bij sterke vervuiling of zichtbare defecten
moet de sensor afdichtingscassette worden vervangen.
Betekenis
Proces in bewerking
Test geslaagd
Test geslaagd, met restricties
Test niet geslaagd/afgebroken
van de module en
Dräger X-dock 5300/6300/6600
sensor