M20
7
Configuratie
Dit hoofdstuk beschrijft de noodzakelijke configuratie voor een correcte wer-
king van de laadstations. De volgende stappen zijn daarvoor noodzakelijk:
●
●
Afhankelijk van de netwerkstructuur kan het nodig zijn de DHCP-server op
de master te activeren.
7.1
DHCP-server activeren
Om het opzetten van een laadnetwerk te vereenvoudigen, kan de master als
DHCP-server geconfigureerd worden. Deze functie is nodig voor de net-
werkconfiguratie wanneer de master en een client direct verbonden zijn, of
wanneer een netwerkverbinding gerealiseerd wordt via een switch.
De DHCP-server op de master is gedeactiveerd in de afleveringstoestand en
kan geactiveerd worden door configuratie via de USB-stick of in de webinter-
face.
7.2
Serieconfiguratie via USB-stick
Het is mogelijk om meerdere KC-M20-stations met dezelfde instellingen te
configureren. Daarbij wordt de configuratie van een KC-M20 op een USB-
stick opgeslagen en vervolgens overgezet naar andere KC-M20.
Voorbereiding
De volgende hulpmiddelen zijn nodig voor de configuratie via USB-stick:
●
●
Bovendien moeten de instellingen waarmee de configuratie uitgelezen en
geïmporteerd kan worden in de webinterface geactiveerd worden (onder
Configuration > Device):
●
●
Benodigde stappen
De volgende stappen zijn nodig om de configuratie van een KC-M20 naar de
andere KC-M20 over te zetten:
●
Configuratiehandleiding V1.01
© KEBA 2022
DIP-switch op het clientlaadstation instellen
Configuratie (via webinterface of USB-stick)
Een lege USB-stick geformatteerd met FAT32
Een computer
"Allow USB init": Hiermee kan de configuratie uitgelezen worden. Deze
instelling moet geactiveerd worden op het laadstation dat de configuratie
beschikbaar stelt.
"Allow USB config": Hiermee kan de configuratie geladen worden. Deze
instelling moet geactiveerd worden op het laadstation waarnaar de confi-
guratie wordt overgezet.
Configuratie maken
Configuratie
569