Ingebruikname
OPMERKING
Sluit de pomp nooit op een dimmer aan. Anders raakt de pomp defect.
OPMERKING
De pomp mag niet drooglopen. Anders wordt de pomp vernietigd.
Gebruik de pomp alleen, als deze ondergedompeld is.
Een fabrieksnieuwe pomp bereikt pas na enkele gebruiksuren de maximale pompprestatie.
Inschakelen/uitschakelen
• Inschakelen: Steek de netstekker in het stopcontact.
– Het apparaat schakelt onmiddellijk aan.
• Uitschakelen: Trek de netstekker uit het stopcontact.
Environmental Function Control (EFC)
De pomp voert bij het opstarten automatisch een voorgeprogrammeerde zelftest uit (Environ-
mental Function Control (EFC)). De pomp herkent, of deze droogloopt/geblokkeerd is of is on-
dergedompeld. Bij drooglopen/blokkeren schakelt de pomp automatisch na 60 tot 120 seconden
uit. Onderbreek in geval van storing de voedingsspanning en laat de pomp doorstromen resp.
verwijder de hindernis. Vervolgens kunt u het apparaat weer in bedrijf nemen.
Dynamic Function
• Schakelaar schuiven.
– ON: De functie is ingeschakeld.
– OFF: De functie is uitgeschakeld.
OPMERKING
Bij ingeschakelde Dynamic Function werkt EFC (Environmental Function Control) beperkt.
De beveiliging tegen drooglopen is gedeactiveerd.
30