Gebruik (vervolg)
!
WAARSCHUWING
Wanneer het wordt uitgeschakeld, moet het mes binnen de 3 sec-
onden volledig tot stilstand komen. Als het mes langer dan 3 sec-
onden blijft draaien, moet u de mesrem afstellen. Raadpleeg de
sectie "DE MESREM AFSTELLEN" voor de juiste werkwijze, of
breng de machine naar de distributeur om ze te laten afstellen. De
maaier NIET GEBRUIKEN als de mesrem niet goed afgesteld is of
niet behoorlijk werkt.
Starten en gebruik (vervolg)
Maaimes
1. Terwijl de motor draait, plaatst u de toerenregelaar in de stand
"FAST" (snel).
2. Beweeg de meshendel (A, Figuur 10) voorwaarts, in de stand
"ON" en druk de mespedalen (B) in om de meshendel in deze
positie te houden.
B
Figuur 10: Het maaimes inschakelen
Wwielaandrijving
1. Terwijl de motor draait, plaatst u de toerenregelaar in de stand
"FAST".
2. Druk het ontkoppelings/rempedaal (A, Figuur 11) in.
3. Plaats de versnellingshendel (A, Figuur 12) in de inkeping
voor 1e versnelling (B).
4. Laat het ontkoppelings/rempedaal los: de maaier zet zich in
beweging.
5. Terwijl de maaier rijdt, kunt u de versnellinghendel in elke
gewenste voorwaartse versnelling plaatsen zonder het ontkop-
pelings/rempedaal in te drukken.
OPMERKING: Voor het beste maairesultaat plaatst u de versnelling-
shendel op een trage voorwaartse snelheid en de toerenregelaar op
een snelle positie. Deze combinatie zorgt dat het maaimes het gras
opricht en het vlot en gelijkmatig maait.
!
A
!
WAARSCHUWING
Gebruik het mes NOOIT terwijl u achteruitrijdt. STOP HET MES.
KIJK rond u en achter u of er geen kinderen, dieren of andere
gevaren zijn voor u achteruitrijdt.
Figuur 11: Het ontkoppelings/rempedaal indrukken
Figuur 12: Versnellingshendel
!
A
A
B
13