Kenmerken En Bedieningselementen; Bediening; Vóór Het Starten - Snapper 7800971-01 Manual Del Operario

Kenmerken en
bedieningselementen
Opmerking: De afbeeldingen en illustraties in deze
handleiding zijn uitsluitend bedoeld als referentie en kunnen
afwijken van uw eigen model. Neem bij vragen contact op
met uw dealer.
Vergelijk afbeelding 2 met de volgende tabel.
A Mulchplaat
B Hoogtevergrendeling achter (2)
C Olievuldop en peilstok
D Startkabel
E
Aandrijfhendel
F Maaibladhendel
G Regeling grondsnelheid
H Benzinedop
I Hoogtevergrendeling voor (2)

Bediening

Vóór het starten
1. Controleer of alle schermen, deflectoren, de gras
opvangzak en de afdekplaten zijn aangebracht en goed
vastzitten.
2. Controleer of de maaibladhendel (A, Afb. 3),
aandrijfhendel (B) en rijsnelheidshendel (C) goed en vrij
bewegen.
3. Controleer de maaihoogte. Stel deze in op de gewenste
hoogte. Zie Afstelling van de maaihoogte .
4. Controleer de motorolie:
• Zorg dat de maaier vlak staat.
• Verwijder eventueel vuil rondom de olievulplaats.
• Verwijder de peilstok (A, afbeelding 4). Goed
afdrogen met een schone doek.
• Installeer de peilstok en draai deze vast.
• Verwijder de peilstok en lees het olie peil af. Het
oliepeil moet bovenaan de markering voor Vol (B) op
de peilstok staan.
• Als het peil te laag is, vul dan langzaam olie bij via de
vulopening. Zie Aanbevolen olie . Voeg niet te veel
brandstof toe. Wacht na het bijvullen één minuut en
controleer het oliepeil dan nogmaals.
• Breng de peilstok weer aan en draai hem vast.
5. De brandstoftank vullen:
• Zorg ervoor dat de maaier buiten staat, waar dampen
veilig kunnen vervliegen.
• Verwijder de benzinedop (C, Afb. 4).
• Vul de brandstoftank met benzine. Zie Aanbevolen
brandstof Vul de brandstoftank niet tot boven de
onderzijde van de vulpijp (D) zodat de brandstof nog
kan uitzetten.
• Draai de benzinedop weer vast.
142
6. Maak de buitenste vlakken van het maaidek schoon en
verwijder al de verzamelde gemorste brandstof, vuil, gras,
olie, etc. van de motor. Zorg dat het luchtinlaatscherm
van de motor en de koelribben altijd schoon zijn.
7. Laad de accu op. Zie De accu opladen .
Aanbevolen olie
Voor de beste prestatie raden wij het gebruik van Briggs
& Stratton Warranty Certified oliesoorten aan. Andere
hoogwaardige soorten reinigingsolie zijn acceptabel als zij
geschikt zijn voor SF, SG, SH, SJ of hoger. Gebruik geen
speciale additieven.
De buitentemperaturen bepalen de juiste olieviscositeit voor
de motor. Bepaal met behulp van de tabel de beste viscositeit
voor het verwachte buitentemperatuurbereik.
A. SAE 30 - Onder 4°C zal het gebruik van SAE 30 leiden tot
problemen bij het starten.
B. 10W-30 - Boven 27°C kan het gebruik van 10W-30 leiden tot een
hoger olieverbruik. Controleer het oliepeil vaker.
C. Synthetisch 5W-30
D. 5W-30
Aanbevolen brandstof
Brandstof moet aan de volgende vereisten voldoen:
• Schone, verse, loodvrije benzine.
• Minimaal 87 octaan/87 AKI (91 RON). Zie hieronder voor
gebruik op grote hoogte.
• Benzine met tot 10% ethanol (gasohol) is toegestaan.
OPGEPAST Gebruik geen benzine die niet is
goedgekeurd, zoals E15 en E85. Meng geen olie in
de benzine en pas de motor niet aan voor alternatieve
brandstoffen. Het gebruik van niet goedgekeurde
brandstoffen zal schade veroorzaken aan onderdelen van
de motor. Dit is niet gedekt door de garantie.
Voeg een brandstofstabilisator aan de brandstof toe om
het brandstofsysteem tegen gomvorming te beschermen.
Zie Opslag. Niet alle brandstoffen zijn gelijk. Verander
bij start- of prestatieproblemen van tankstation of merk.
Deze motor is gecertificeerd om op benzine te lopen.
Het emissieregelsysteem voor deze motor is EM (motor
wijzigingen).
Grote hoogte
Op hoogtes van meer dan 1.524 meter (5.000 voet)
is benzine met minimaal 85 octaan/85 AKI (89 RON)
toegestaan.
www.snapper.com