Bediening; Vóór Het Starten; Starten Van De Maaier; Rijden Met De Maaier - Snapper ESPV211S Manual Del Operador

Vóór het starten
1. Controleer of alle schermen, deflectoren, grasopvangzak,
adapter en afdekplaten zijn aangebracht en goed vastzitten.
2. Controleer of de maaibladhendel (A, figuur 1) en
aandrijfhendel (B) goed en vrij bewegen.
B
Figuur 1: Bedieningselementen van de maaier
3. Controleer de maaihoogte. Stel deze in op de gewenste
hoogte. Zie onder "Afstelling van de maaihoogte".
4. Controleer het motoroliepeil (A, figuur 2) en voeg indien
nodig olie toe zodat de oliepeil op de "vol"-streep staat.
Raadpleeg de handleiding van de motorfabrikant voor
oliespecificaties.
Figuur 2: Controleren van het motoroliepeil
5. Vul de tank met brandstof nadat u de maaier naar buiten
hebt geduwd waar dampen gemakkelijk kunnen vervliegen.
Vul de tank tot 3,8 cm (1-1/2 duim) onder de bovenkant
van de vulnek (zodat de brandstof zich kan uitzetten). Zorg
na het vullen dat u dop weer stevig vastdraait. Raadpleeg
de handleiding van de motorfabrikant voor
brandstofspecificaties.
6. Reinig eventueel gemorste brandstof, vuil, gras, olie etc.
van de buitenkanten van het maaidek en de motor. Zorg dat
het luchtinlaatscherm van de motor en de koelribben altijd
schoon zijn.
All manuals and user guides at all-guides.com

Starten van de maaier

Deze Briggs & Stratton-motor is uitgerust met een Ready
Start
is.
A
A

Rijden met de maaier

Stoppen van de maaier

TM -functie, waardoor handmatige priming niet meer nodig
1. Druk en houd de maaibladhendel (A, figuur 3) tegen de
hendel.
2. Trek aan de startkabel (B) om de motor te starten.
3. Laat de maaibladhendel los als u de motor (en het
maaiblad) wilt stoppen.
4. Laat de motor na het starten iets warmlopen totdat de
motor soepel draait voordat u met het maaien begint.
B
Figuur 3: Starten van de maaier
1. Start de motor.
2. Druk de aandrijfhendel (A, figuur 4) langzamerhand naar
achteren naar de hendel om de wielaandrijving in te
schakelen en de maaier vooruit te laten lopen. De
voorwaartse snelheid kan worden verhoogd door de
aandrijfhendel verder naar achteren naar de hendel te
duwen.
Figuur 4: Aandrijfhendel
(maaibladhendel voor de duidelijkheid verwijderd)
1. Stop de voorwaartse beweging van de maaier door de
aandrijfhendel los te laten.
2. Stop de motor en het maaiblad door de maaibladhendel los
te laten.

Bediening

A
A
9