1.4 Ingebruikname
1.
Verbind de stroomkabel met de bankbiljettentelmachine;
2.
Steek de netstekker in het stopcontact en schakel het apparaat in;
3.
De machine start op in de stuktelling modus;
4.
Plaats de bankbiljetten in het midden van de feeder en stel de biljetbegrenzers in voor het beste
telresultaat: houdt hierbij een beetje ruimte tussen de begrenzers en de biljetten. Als de biljetten niet
gecentreerd zijn, kunnen telfouten optreden.
Let op:
Om verkeerde telling en schade aan het apparaat te voorkomen,moeten de volgende bankbiljetten
worden gescheiden alvorens het tellen:
1.
geplakte bankbiljetten;
2.
gewassen bankbiljetten;
3.
erg vuile bankbiljetten;
4.
beschadigde bankbiljetten.
[25]