5 . Het antischokgeheugen van de speler kan kortston-
dige storingen – door schokken of trillingen – bij het
scannen van een cd compenseren . Hij kan echter
geen aanhoudende, heftige schokken compense-
ren . Het apparaat moet daarom bij het afspelen van
een cd steeds stationair worden gebruikt, d . w . z . op
een vaste, onbeweeglijke ondergrond .
De infraroodafstandsbediening voor de
speler wordt inclusief batterij geleverd . Voor de
eerste inbedrijfstelling trekt u de beschermfolie
uit de batterijhouder . Richt de afstandsbediening
steeds naar de infraroodsensor (21) van de speler
als u op een toets drukt . Daarbij moet visueel
contact zijn tussen sensor en afstandsbediening .
Als de afstandsbediening langere tijd niet
wordt gebruikt, neemt u de batterij er voor alle
zekerheid uit; op deze manier raakt ze niet be-
schadigd bij eventueel uitlopen van de batterij .
De batterij vervangen:
Duw de vergrendeling van de batterijhouder
naar rechts (1ste pijl in de figuur hieronder) en
trek de houder eruit (2de pijl) . Verwijder de oude
batterij en plaats de nieuwe batterij (3-V-knoop-
cel van type CR 2025) met de positieve pool naar
boven in de houder . Schuif de houder terug in
de afstandsbediening .
Batterijen mogen niet via het huisvuil
worden verwijderd . Verwijder ze uit-
sluitend als KGA (bijv . de inzamelbox
in de detailhandel) .
Om de speler in en uit te schakelen, gebruikt
u de toets POWER (20) .
Afspeelmedium aanbrengen:
– Plaats een cd met het label naar boven in de
cd-sleuf (A) tot ze automatisch ingetrokken
wordt .
– Verbind een USB-opslagmedium (USB-stick
of USB-schijf met autonome voeding) met de
USB-bus
(B) .
– Duw een geheugenkaart (afgeschuinde zijde
naar boven en contacten naar rechts) in de
sleuf SD / SDHC (C) tot de kaart vastklikt .
SD / SDHC
Als u de kaart er weer wilt uitnemen, drukt u
ze iets in, zodat ze ontgrendelt .
Om tussen de afspeelmedia om te schake-
len, gebruikt u de toets MODE (23) . Na inlezen
van een medium start automatisch het afspelen
ervan . Als er een USB-opslagmedium of geheu-
genkaart geselecteerd is en wordt verwijderd,
dan schakelt de speler automatisch naar de cd-
drive . Dit gebeurt ook bij het intrekken van een
nieuwe cd .
De bedieningsmogelijkheden en de gegevens
over de displaymeldingen vindt u in hoofd-
stuk 3 .1 .
Deze gebruiksaanwijzing is door de auteurswet be schermd eigendom van MONACOR
GmbH & Co. KG. Een reproductie – ook gedeeltelijk – voor eigen commerciële doeleinden is verboden.
28
8 Technische gegevens
Versterkervermogen
Nominaal vermogen: � � � 120 W
Muziekvermogen: � � � � � � 170 W
Luidsprekers: � � � � � � � � � � � 25 cm-woofer (10") en
2,5 cm-tweeter (1")
Frequentiebereik: � � � � � � � � 20 – 20 000 Hz
Ingangsgevoeligheid: � � � � � 6 mV (MIC 1/ 2),
300 mV (LINE /AUX IN)
Niveau LINE /AUX OUT: � � � 1 V
Aansluitingen
MIC 1: � � � � � � � � � � � � � � gecombineerde aanslui-
ting XLR / 6,3 mm-jack,
gebalanceerd
MIC 2: � � � � � � � � � � � � � � 6,3 mm-jack,
gebalanceerd
LINE IN / OUT: � � � � � � � � � � � cinchjacks
AUX IN / OUT: � � � � � � � � � � � 3,5 mm-stekkerbussen
Klankregeling: � � � � � � � � � � ±10 dB /100 Hz (BASS)
±10 dB /10 kHz (TREBLE)
Omgevings-
temperatuurbereik: � � � � � � 0 – 40 °C
Voedingsspanning
Netvoeding: � � � � � � � � � � 230 V / 50 Hz
Vermogensopname: � � � 170 VA
Accubedrijf: � � � � � � � � � � interne loodgelaccu's
(2 × 12 V / 4,5 Ah)
Bedrijfsduur: � � � � � � � � ca� 4 – 6 uur
Afmetingen (B × H × D): � � 360 × 580 × 320 mm
Gewicht: � � � � � � � � � � � � � � 19,2 kg
8.1 Draadloze transmissie
Reikwijdte: � � � � � � � � � � � � ca� 30 m
Zendvermogen van de
zendmodule: � � � � � � � � � � � ≤ 10 mW (EIRP)
Radiofrequenties
Kanaal
Frequentie
Kanaal
01
863,1 MHz
09
02
864,1 MHz
10
03
863,6 MHz
11
04
864,6 MHz
12
05
863,3 MHz
13
06
864,3 MHz
14
07
863,8 MHz
15
08
864,8 MHz
16
Opmerking over het meerkanaalbedrijf:
Het aantal kanalen dat parallel kan worden gebruikt,
hangt af van de omstandigheden op de plaats van
gebruik (bijvoorbeeld van storingen door zenders van
andere radiosystemen of hogefrequentiebronnen zoals
fluorescentielampen) . In optimale omstandigheden
kunt u maximaal vier kanalen tegelijk zonder onder-
linge storingen gebruiken . Twee voorbeelden van een
gunstige kanaalkeuze voor vier radioverbindingen:
Voorbeeld 1:
Kanaal 01 – Kanaal 03 – Kanaal 06 – Kanaal 12
Voorbeeld 2:
Kanaal 06 – Kanaal 09 – Kanaal 15 – Kanaal 16
Wijzigingen voorbehouden .
Frequentie
863,2 MHz
864,2 MHz
863,7 MHz
864,7 MHz
863,4 MHz
864,4 MHz
863,9 MHz
864,9 MHz
®
INTERNATIONAL