5.1.5 Montage van de beschermkap van de
snijdraad aan de mesbeschermkap
Let op: Bij het werken met de snijdraad moet
ook de beschermkap van de snijdraad worden
gemonteerd.
De montage van de beschermkap van de snij-
draad gebeurt zoals voorgesteld in de fi g. 7a-7b.
Aan de onderkant van de beschermkap bevindt
zich een mes (fi g. 7a, pos. F) voor de automati-
sche regeling van de draadlengte. Dit mes is af-
gedekt met een bescherming (fi g. 7a, pos. G).
Verwijder deze bescherming vóór het begin van
het werk en breng hem aan de werkzaamheden
weer aan.
5.1.6 Monteren/Vervangen van de draadspoel
De montage van de draadspoel is geïllustreerd
in fi g. 7c. De demontage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
Het boorgat van de meeneemplaat zoeken, in één
lijn brengen met de eronder liggende inkeping
en arrêteren met de meegeleverde inbussleutel
(29) om nu de draadspoel op de schroefdraad te
schroeven. Aanwijzing: Linkse schroefdraad!
5.2 Instellen van de maaihoogte
•
Draagriem aanleggen zoals voorgesteld in fig.
8a-8c.
•
Het apparaat vasthaken aan de draagriem
(fig. 8d).
•
Met de verschillende riemverstellers aan de
draagriem de optimale werk- en snijpositie
instellen (fig. 8e).
•
Om de optimale lengte van de draagriem te
bepalen maakt u vervolgens enkele slinger-
bewegingen zonder de motor te starten (fig.
9a).
De draagriem is uitgerust met een snel openend
mechanisme. Trek aan het rode riemuiteinde (fi g.
8f) als u het apparaat vlug moet afl eggen.
Waarschuwing: Gebruik de riem altijd als u met
het apparaat werkt. Breng de riem aan zodra u de
motor heeft gestart en hij stationair draait. Scha-
kel de motor uit voordat u de draagriem afneemt.
Anl_GH_BC_30_AS_SPK7.indb 78
Anl_GH_BC_30_AS_SPK7.indb 78
NL
6. Vóór inbedrijfstelling
Ga voor iedere ingebruikneming na of:
•
het brandstofsysteem geen lekkage vertoont,
•
de bescherminrichtingen en de snijinrichting
in perfecte staat verkeren en volledig zijn,
•
alle schroefverbindingen goed vast zitten,
•
alle beweegbare onderdelen gemakkelijk
bewegen.
6.1 Brandstof en olie
Aanbevolen brandstoff en
Gebruik alleen een mengeling van loodvrije
benzine en speciale tweetaktmotorolie. Meng de
brandstofmengeling volgens de brandstofmeng-
tabel.
Let op: Gebruik geen brandstofmengeling die lan-
ger dan 90 dagen werd bewaard.
Let op: Gebruik geen tweetaktolie waarvoor een
mengverhouding van 100 tot 1 wordt aanbevolen.
Bij motorschade als gevolg van onvoldoende
smering vervalt de motorgarantie van de fabri-
kant.
Let op: Gebruik voor het transport en bewaren
van brandstof alleen vaten die daarvoor voorzien
en toegelaten zijn.
Giet telkens de juiste hoeveelheid benzine en
tweetaktolie de bijgaande mengfl es in (zie opge-
drukte schaal). Schud daarna de fl es fl ink door.
6.2 Brandstofmengtabel
Mengmethode: 40 delen benzine op 1 deel olie
Benzine
1 liter
5 liter
7. Bedrijf
Gelieve de wettelijke bepalingen inzake de veror-
dening voor de bestrijding van lawaaioverlast na
te leven, die plaatselijk kunnen verschillen.
Verwijder vóór inbedrijfstelling de beschermkap-
pen van het snijmes (15).
7.1 Starten bij koude motor
Giet in de tank een behoorlijke hoeveelheid ben-
zine-/oliemengsel. Zie ook brandstof en olie.
1. Apparaat op een hard, eff en vlak zetten.
2. Brandstofpomp (primer) (fi g. 1, pos. 7) 10x
indrukken.
3. Aan/Uit-schakelaar (fi g. 1, pos. 9) op „I" scha-
kelen.
- 78 -
2-taktolie
25 ml
125 ml
16.06.14 11:42
16.06.14 11:42