Controleer allereerst de stroomkabel, de hogedruk-
slang, het spuitwerktuig en de kap.
Trap niet op de hogedrukslang; trek er niet aan, sla
hem niet dubbel en draai er niet aan.
Verplaats het apparaat niet door aan de hogedruk-
slang te trekken.
Werk nooit met een kapotte hogedrukslang, maar vervang
hem meteen door een origineel reserveonderdeel. De
hogedrukslang moet zijn goedgekeurd voor de voor het
apparaat toegestane bedrijfsoverdruk.
De toegestane bedrijfsoverdruk en de toegestane
maximumtemperatuur, alsmede de datum waarop hij
vervaardigd is, zijn op de bekleding van de hoge-
drukslang vermeld.
Gebruik alleen zwak basische reinigingsmiddelen (Ph 9,1
1% oplossing) biologisch afbreekbaar voor meer dan 90%.
Houd u, voor wat betreft de aansluiting aan de waterlei-
ding, aan de voorschriften die in uw land gelden.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden
voor eventueel letsel aan personen of aan dieren of
schade aan dingen die veroorzaakt is door een onjuist,
verkeerd of onverstandig gebruik, of in ieder geval een
niet met bovenstaande aanwijzingen overeenkomstig
gebruik.
De hogedrukreiniger mag niet door kinderen of door
onbekwaam personeel gebruikt worden.
Gebruik uitsluitend door de fabrikant aanbevolen flexibele
slangen, accessoires en verbindingsstukken. Gebruik
het apparaat niet als de elektriciteitskabel of delen zoals
slangen of verbindingsstukken beschadigd zijn.
BELANGRIJK: Uitsluitend originele vervangingsonder-
delen gebruiken
KLEDING EN UITRUSTING
Draag beschermschoenen
met antislipzolen.
Draag een beschermbril of
een gezichtsmasker en be-
schermkleding.
Er wordt aangeraden een werkoverall te dragen om
het gevaar voor verwondingen te beperken voor het
geval dat u per ongeluk met de hogedrukstraal in
aanraking komt.
TOEPASSINGSMOGELIJKHEDEN
De hogedrukreiniger kan gebruikt worden voor het
reinigen van voertuigen, machines, reservoirs, voorge-
vels, stallen en voor het verwijderen van roest zonder
stof en vonken.
Let er bij de reiniging op geen gevaarlijke stoffen in de
omgeving te verspreiden die afkomstig zijn van het te
reinigen voorwerp (bv. asbest, olie).
Neem nauwkeurig de voorschriften in acht omtrent de
afvoer van de afvalstoffen.
Bewerk cement-asbest oppervlakken niet met de ho-
gedruk- of stoomstraal. Dan zou niet alleen het vuil
los kunnen komen maar ook gevaarlijke asbestvezels,
schadelijk voor de longen. Het gevaar bestaat vooral
nadat het met de straal of met de stoom bewerkte
oppervlak opgedroogd is.
Maak geen delicate rubberen onderdelen, weefsels en
soortgelijke dingen met de puntstraal schoon.
Houd, bij het reinigen met de vlakstraal, de spuitmond
op een afstand van minstens 15 cm.
INBEDRIJFSTELLING, GEDRAG TIJDENS HET
WERKEN
Laat het apparaat niet in gesloten
ruimtes werken.
De trekker van het sproeipistool moet soepel werken
en vanzelf weer in de beginpositie terugkeren nadat
u hem losgelaten heeft.
Kijk het apparaat telkens voordat u het gebruikt na op
functionele defecten.
Bijzonder belangrijk zijn hierbij de elektriciteitskabel en
de stekker, de hogedrukslang met het sproeiwerktuig
en de veiligheidsmechanismen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt wanneer het
apparaat in werking is.
Maak het apparaat of andere
elektrische apparaten nooit
schoon met waterstralen.
Gevaar voor kortsluiting!
Controleer of er in de zone voor de ventilatie van de
motor voldoende luchtcirculatie is.
Bedek het apparaat niet zodat er voldoende ventilatie
aan de motor geboden wordt.
Plaats de hogedrukreiniger zo ver mogelijk van het te
reinigen voorwerp vandaan.
Beschadig de elektriciteitskabel niet door erop te
trappen, door hem samen te drukken, door eraan te
trekken, enz. Trek de stekker niet uit het stopcontact
door aan de elektriciteitskabel te trekken.
Raak de stekker en de elektriciteitskabel alleen met
droge handen aan.
Houd het sproeiwerktuig met beide handen vast om
zodoende de reactiekracht goed op te kunnen van-
gen en de extra koppel die gevormd wordt in geval
van sproeiwerktuig met onder een hoek geplaatste
spuitlans.
Ga altijd stevig en veilig staan.
Trek de stekker uit het
stopcontact voor wat dan
ook aan het apparaat te
doen.
34