8. Gebruiksaanwijzing
2.2
BINNENUNIT (MONITOR)
1. Microfoon
2. Dempings-led
3. Intercom
4. Dempen
5. Deurvergrendeling
6. Poortopener
7. Instellingen
8. Sluiten
2.3
BUITENUNIT (DEURBEL)
1. Microfoon
2. Lichtgevoelige weerstand
3. Camera
4. Verlichting voor nachtvisie
5. Luidspreker
6. Deurbelknop
3
Installatie
3.1
DE MONTAGEPLAAT VAN DE
BINNENUNIT (MONITOR) BEVESTIGEN
Voor de montage van de monitor hebt u het volgende gereedschap
nodig:
ü Een geschikte schroevendraaier voor de meegeleverde
schroeven
ü Een boor en een geschikte boorbit voor de meegeleverde
pluggen
A. Plaats de meegeleverde montageplaat op de gewenste plek.
B. Markeer de posities van de schroeven met een pen.
C. Boor de gaten.
D. Plaats de pluggen.
E. Trek de vereiste kabels door de montageplaat.
F. Bevestig de montageplaat met de schroeven.
3.2
DE MONTAGEPLAAT VAN DE
BUITENUNIT (DEURBEL) BEVESTIGEN
Voor de montage van de buitenunit hebt u het volgende gereedschap
nodig:
ü Een geschikte schroevendraaier voor de meegeleverde
schroeven
ü Een boor en een geschikte boorbit voor de meegeleverde
pluggen
A. Plaats de meegeleverde montageplaat op de gewenste plek.
B. Markeer de posities van de schroeven met een pen.
C. Boor de gaten.
D. Plaats de pluggen.
E. Gebruik een mes of ander scherp voorwerp om de
kabeluitsparing door te prikken.
F. Trek de vereiste kabels door de kabeluitsparing.
G. Bevestig de montageplaat met de schroeven.
3.3
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
Gebruiksaanwijzing
NL
29