Tabla de contenido
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
WERKING - Plaatsing
Plaats de convectorkachel in de te verwarmen ruimte, op een stabiele ondergrond. De werking van de kachel
is gebaseerd op het verwarmen van langsstromende lucht. Daarom is de beste plek om de convectorkachel
te plaatsen ongeveer 20 à 25 cm voor het raam. Circulatie van lucht treedt op door afkoeling van de lucht
door het raam en verwarming door de convectorkachel.
LET OP:
•
Zorg ervoor dat lucht gemakkelijk door de kachel kan stromen. Daarom moeten de onderkant en
bovenkant van de convectorkachel altijd vrij blijven. Hang nooit artikelen op de convectorkachel om te
drogen. Door de ontwikkelde warmte kunnen deze zeer gemakkelijk vlam vatten.
WERKING - Gebruik zonder timer
1. Draai de thermostaatknop helemaal naar "MIN" .
2. Steek de stekker in het stopcontact.
3. Kies met de gewenste functieknop de gewenste instelling:
I
=
1250W verwarmen
II
=
2000W verwarmen
OFF
I
=
1250W verwarmen + ventileren
II
=
2000W verwarmen + ventileren
4. Draai de thermostaatknop in de richting van "MAX". Het apparaat schakelt in als u een klik hoort, het
indicatielampje gaat dan branden. Door de thermostaatknop verder door te draaien, verhoogt u de
ingestelde temperatuur.
5. Zet na gebruik het apparaat weer uit door de functieknop uit zetten en neem de stekker uit het
stopcontact. Zet de thermostaatknop weer op "MIN".
Om de ideale thermostaatinstelling te vinden, draait u de thermostaatknop helemaal rechtsom. Wanneer de
ruimte op de gewenste temperatuur is, draait u de knop weer langzaam linksom, totdat u een klik hoort. Het
apparaat slaat nu af. De temperatuurcontrole zorgt ervoor dat de ingestelde temperatuur gehandhaafd blijft.
LET OP:
•
Zorg dat u de luchtinlaat en -uitlaat nooit afdekt.
•
De thermostaat schakelt het verwarmingselement en de turboventilator uit zodra de gewenste tempera-
tuur is bereikt.
•
De convectorkachel is voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Bij een te hoge bedrijfstemperatuur
schakelt de convectorkachel automatisch uit. Als de temperatuur voldoende gedaald is, schakelt de
oververhittingsbeveiliging uit en kan de convectorkachel weer gebruikt worden.
WERKING – GEBRUIK MET TIMER
Zorg dat de timerschakelaar op
of uitschakelen.
1. Zorg dat de gewenste temperatuur al ingesteld is. Bijvoorbeeld op basis van eerder gebruik.
Of kies met de selectieknop de gewenste instelling en zet de thermostaat-schakelaar in de gewenste
stand.
2. Zet de timer in de
3. Bepaal de huidige tijd. Draai aan de timer zodat de tijdsaanduiding op de buitenring gelijk komt te staan
met de pijl op het apparaat.
4. Steek de stekker in het stopcontact. De klok gaat nu lopen. U kunt dat zien aan de kleine secondewijzer
die ronddraait.
5. Bepaal het inschakeltijdstip en druk met een puntig voorwerp (met een pen of uw nagel) het rode
pinnetje bij het corresponderende tijdstip naar buiten.
6. Druk vanaf dat tijdstip meer rode pinnetjes naar buiten om het apparaat langer ingeschakeld te houden.
Hoe meer rode pinnetjes u naar buiten drukt, hoe langer het apparaat ingeschakeld zal blijven. U stopt
met naar buiten drukken van de rode pinnetjes bij het tijdstip waarbij het apparaat weer uitgeschakeld
moet worden.
staat ingesteld, anders zal de timer het apparaat niet inschakelen
stand.
19
NL
Tabla de contenido
