(7) Blijf op een veilige plaats oefenen, totdat
u vertrouwd bentmet de zaag, gebruik een
vloeiende beweging en een constante
zaagsnelheid.
Apparaten voor de terugslagveiligheid op deze
zaag
Deze zaag heeft een ketting met een lage terugslag
en een kettinggeleider met verminderde terugslag.
Beide items verminderen de kans op terugslag. Er
kan echter nog steeds wat terugslag optreden met
deze zaag.
Ter voorkoming van zaagterugslag.
•
Zorg ervoor dat alle veiligheidsvoorzieningen
aanwezig zijn. Zorg ervoor dat ze goed
functioneren.
•
Zorg dat u niet te ver reikt of zaagt boven
schouderhoogte.
•
Zorg er altijd voor dat u stevig staat en goed in
balans bent.
•
Sta een weinig aan de linkerzijde van de zaag.
Hierdoor is uw lichaam niet in een directe lijn ten
opzichte van de ketting.
•
Pas op dat de punt van het zwaard nergens mee in
aanraking komt terwijl de ketting in beweging is.
•
Probeer niet twee blokken tegelijk door te zagen.
Zaag een blok tegelijk.
•
Probeer niet de punt van het zwaard in het hout te
begraven (boren in houtmet de punt van de zaag).
•
Wees bedacht op bewegende takken of andere
krachten die de zaagsnede kunnen dichtknijpen
of met de ketting in aanraking kunnen komen.
•
Ga zeer voorzichtig te werk wanneer u verder gaat
zagen in een eerder gemaakte zaagsnede.
•
Gebruik alleen de ketting en de kettinggeleider
met lage terugslag die bij deze kettingzaag zijn
geleverd.
•
Werk nooit met een losse, verslapte of sterk
versleten zaagketting. Let op de juiste
kettingspanning.
De zaag veilig gebruiken
1. Gebruik de kettingzaag alleen met een veilig
steunpunt.
2. Houd de kettingzaag aan de rechterkant van uw
lichaam. (Zie afb. L)
3. De ketting moet op volle snelheid lopen voordat
het met het hout in contact mag komen.
4. Gebruik de bumperpunten om de zaag op het
hout te beveiligen voordat u begint te zagen.
5. Gebruik de bumperpunten als hefboom tijdens
het zagen. (Zie afb. M)
6. Zet de kettingbeschermer omhoog als u het
materiaal van onder naar boven zaagt. (Zie afb. N)
7. Bedien de kettingzaag niet met volledig gestrekte
armen, probeer geen gebieden te zagen die
moeilijk te bereiken zijn of ga niet op een ladder
staan tijdens het zagen (Zie afb. O).
Snoerloze snoeizaag
Gebruik nooit de motorzaag nooit boven
schouderhoogte.
Zagen van hout onder spanning (Zie afb. P)
WAARSCHUWING: Houd er bij het afzagen van
een onder spanning staande tak rekening
mee dat deze terugveert. Als de spanning in de
houtvezels vrijkomt, kan de gespannen tak de
bediener raken, of kan deze de bediener de
controle over de kettingzaag doen verliezen.
Wanneer hout aan beide zijden wordt ondersteund,
eerst van boven (Y) een derde gedeelte van de
diameter (overbuck) door de stam zagen en
vervolgens van onderen (Z) op dezelfde plaats de
stam doorzagen om splinteren en vastklemmen
van de zaag te voorkomen. Voorkom daarbij contact
van de zaagketting met de grond. Wanneer hout
slechts aan één zijde wordt ondersteund, eerst van
onderen (Y) een derde van de diameter (schraag)
naar boven zagen en vervolgens op dezelfde plaats
van boven (Z) de stam doorzagen om splinteren en
vastklemmen van de zaag te voorkomen.
De stokzaag gebruiken (alleen voor WG324E.1)
Met het verlengstuk zagen
1. Installeer de batterijdoos in de machine.
2. Voordat u een hoge tak zaagt, let u op alle punten
die zijn beschreven in de vorige paragraaf
"Takken zagen". Let vooral op de richting waarin
een tak kan vallen.
WAARSCHUWING: Ga niet direct onder de
tak staan die u afzaagt. Houd omstanders
uit de buurt. Ga niet op een lader of een andere
onstabiele ondergrond staan als u de machine
gebruikt. Gebruik de machine niet bij kabels
voor telefoon of elektriciteit. Houd minstens 3
meter afstand tot kabels. (Zie afb. Q1-Q4)
3. Houd de zaag met beide handen stevig vast.
Gebruik alleen de daarvoor bedoelde grepen als
u de stokzaag gebruikt (Zie afb. Q5). Gebruik een
stevige greep. Omsluit de grepen altijd met duim
en vingers.
4. Zorg dat u een stabiele positie aanneemt. Zet de
voeten op schouderbreedte uit elkaar. Verdeel uw
gewicht gelijkmatig over beide voeten.
5. Wanneer u klaar bent om te zagen, duwt u de
ontgrendelingsknop volledig naar, druk dan
volledig de aan-/uitschakelaar in (Zie afb. Q6).
Hierdoor wordt de zaag ingeschakeld. Als u de
starter loslaat, wordt de zaag uitgeschakeld.
Controleer of de zaag op volle snelheid werkt
voordat u het zagen start.
6. Wanneer u begint te zagen, plaatst u de
bewegende ketting langzaam tegen het hout.
Houd de zaag stevig op zijn plaats om mogelijk
stuiteren of glijden (zijdelingse beweging) van de
zaag te voorkomen.
7. Geleid de zaag met lichte druk en oefen geen
overmatige kracht uit op de zaag. De motor wordt
overbelast en kan doorbranden. Hierdoor doet de
103
NL