• Laat het geladen gereedschap of de op druk gezette
luchtcompressor niet voor lange tijd in de zon liggen.
Laat het gereedschap niet achter op een plaats waar
stof, zand, spanen en verontreinigingen erin kunnen
terechtkomen.
• Richt de uitwerpopening van het gereedschap niet op
personen in de nabijheid. Houd uw handen en voeten
uit de buurt van de uitwerpopening.
• Wanneer de luchtslang is aangesloten, mag u het
gereedschap niet met uw vinger op de trekker dragen
of het in deze staat aan iemand anders overhandigen.
Toevallige ontlading van het gereedschap kan uiterst
gevaarlijk zijn.
• Behandel het gereedschap voorzichtig. De hoge druk
in het gereedschap kan gevaar opleveren indien er
scheuren in het gereedschap komen ten gevolge van
ruwe behandeling (het gereedschap laten vallen of het
tegen iets stoten). Kerf of graveer niets op het
gereedschap.
• Stop onmiddellijk met nagelen wanneer u vaststelt dat
het gereedschap niet goed of abnormaal werkt.
• Maak altijd de luchtslang los en haal alle nagels uit het
gereedschap:
9. Voordat u het gereedschap alleen achterlaat.
10. Alvorens te beginnen met onderhoud of reparatie.
11. Alvorens een vastgelopen gereedschap vrij te
maken.
12. Alvorens het gereedschap naar een andere plaats
te brengen.
• Telkens nadat het werk is voltooid, dient u het
gereedschap schoon te maken en te onderhouden.
Houd het gereedschap in tiptop-conditie. Smeer de
bewegende onderdelen om roesten te voorkomen en
slijtage door wrijving tot een minimum te beperken.
Veeg alle stof op de onderdelen van het gereedschap
eraf.
• Wijzig het gereedschap niet zonder de toestemming
van Makita.
• Laat de periodieke inspectie van het gereedschap
uitvoeren door een erkend Makita servicecentrum.
• Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle onderhoud en
reparaties te worden uitgevoerd door een erkend
Makita servicecentrum, en altijd met gebruikmaking
van Makita vervangingsonderdelen.
• Gebruik
uitsluitend
gereedschap die in deze gebruiksaanwijzing is
gespecificeerd.
• Sluit
het
gereedschap
persluchtleiding waar de maximaal toelaatbare druk
van het gereedschap niet met 10% kan worden
overschreden. Zorg dat de druk die door het
luchtdruksysteem wordt voortgebracht niet hoger is
dan
de
maximaal
nagelaandrijver. Stel de luchtdruk aanvankelijk in op de
minimumwaarde van de aanbevolen toelaatbare druk.
• Probeer nooit om de trekker of het contactelement door
middel van plakband of een draad in de ingedrukte
stand vast te zetten. Dit is levensgevaarlijk en kan
zware verwondingen veroorzaken.
• Controleer altijd het contactelement zoals in deze
gebruiksaanwijzing is voorgeschreven. Nagels kunnen
per
ongeluk
worden
veiligheidsmechanisme niet juist functioneert.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
28
de
olie
voor
pneumatisch
nooit
aan
op
toelaatbare
druk
van
aangedreven
indien
INSTALLEREN
Kiezen van de compressor (Fig. 1)
De luchtcompressor moet voldoen aan de vereisten van
EN60335-2-34.
Gebruik een compressor die ruimschoots voldoende
druk en luchtopbrengst levert om een rendabele werking
te verzekeren. De grafiek toont de verhouding tussen de
aandrijffrequentie,
luchtopbrengst van de compressor.
Bij voorbeeld, wanneer u nagelt met een frequentie van
ongeveer 50 keer per minuut bij een druk van 1,77 MPa
(17,7 bar), is een compressor met een luchtopbrengst
van meer dan 70 liter/minuut vereist.
Wanneer de aangevoerde luchtdruk de nominale druk
van het gereedschap overschrijdt, dienen drukregelaars
te worden gebruikt om de luchtdruk te verlagen tot de
nominale druk. Als u dit niet doet, bestaat er gevaar voor
ernstige
verwonding
gereedschap of andere personen in de nabijheid.
Kiezen van de luchtslang (Fig. 2)
Gebruik een persluchtslang.
Gebruik een zo breed mogelijke en zo kort mogelijke
luchtslang om een continue en effectieve aandrijving te
verzekeren.
LET OP:
• Een lage luchtopbrengst van de compressor, een te
lange luchtslang of een luchtslang met een kleinere
diameter in verhouding tot de aandrijffrequentie,
kunnen leiden tot een verminderd aandrijfvermogen
van het gereedschap.
Smering
Om optimale prestaties te krijgen dient een luchtset
(oliespuit, regulateur, luchtfilter) zo dicht mogelijk bij het
gereedschap te worden geïnstalleerd. Stel de oliespuit
zodanig af dat één druppel olie voor iedere 30 nagels zal
worden ingespoten. (Fig. 3)
Wanneer u geen luchtset gebruikt, dient u het
gereedschap te smeren met olie voor pneumatisch
gereedschap door 2 (twee) of 3 (drie) druppels olie in de
luchtinlaat aan te brengen. Doe dit zowel vóór als na het
gebruik. Om een goede smering te verzekeren dient u
het gereedschap na het aanbrengen van de olie een
paar keer af te laden. (Fig. 4)
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
een
• Koppel altijd de persluchtslang los alvorens functies op
het gereedschap af te stellen of te controleren.
De nageldiepte instellen (Fig. 5 en 6)
LET OP:
de
• Koppel altijd de persluchtslang los voordat u de
nageldiepte instelt.
Als de nagel te diep wordt geschoten, draait u de
stelknop rechtsom. Als de nagel te ondiep wordt
geschoten, draait u de stelknop linksom.
Het instelbereik is van 10 mm (een volledige slag komt
overeen met 0,8 mm).
Haak (Fig. 7)
het
LET OP:
• Koppel altijd de persluchtslang los voordat u het
gereedschap met de haak ophangt.
de
toepasselijke
druk
van
de
gebruiker
en
de
van
het