handleiding bij het apparaat voor de juiste instructies
bij het opladen.
•
Laad een accu niet langer dan nodig op als de accu
niet wordt gebruikt.
•
Als de cellen of accu's langere tijd zijn opgeborgen,
moet u ze mogelijk een aantal keren opladen en leeg
laten lopen voordat ze optimaal werken.
•
Secundaire cellen of accu's leveren de beste
prestaties als ze worden gebruikt bij
kamertemperatuur (20 °C ± 5 °C).
•
Bewaar de originele productdocumentatie voor later
gebruik.
•
Gebruik de cel of accu alleen voor de toepassing
waarvoor hij is bedoeld.
•
Verwijder de accu waar mogelijk uit de apparatuur als
deze niet wordt gebruikt.
•
Als een accu niet wordt gebruikt, houd deze dan
uit de buurt van andere metalen voorwerpen,
zoals paperclips, munten, sleutels, spijkers,
schroeven en andere kleine metalen voorwerpen,
omdat die ervoor kunnen zorgen dat de
aansluitingen contact maken. Als er kortsluiting
tussen de accuaansluitingen ontstaat, kunnen er
brandwonden of brand ontstaan.
Bediening
Het display toont de accucapaciteit en geeft aan of er
problemen met de accu zijn. Nadat de machine is
uitgeschakeld of wanneer de accu-indicatieknop wordt
ingedrukt, wordt gedurende 5 seconden de
accucapaciteit weergegeven. (8) Het
waarschuwingssymbool op de accu brandt wanneer er
een fout is opgetreden. Zie de foutcodes. (6)
Led gaat branden
Alle leds branden
Led 1, led 2 en led 3
branden.
Led 1 en led 2 branden.
Led 1 brandt.
Led 1 knippert.
Wanneer alle leds op de accu branden, is de accu volledig
geladen. (7)
Controleer regelmatig of de acculader en de accu in een
goede staat verkeren.
De accu moet voor het eerste gebruik worden geladen.
De accu is bij levering voor slechts 30% geladen.
•
Plaats de accu in de acculader. Zorg ervoor dat de
accu goed is aangesloten op de acculader. (1), (2)
•
Het groene laadlampje op de lader brandt wanneer de
accu is aangesloten op de acculader. (4)
DE ACCU GEBRUIKEN
Batterijstatus
Volledig geladen (75-
100%).
De accu is 50-75%
geladen.
De accu is 25-50%
geladen.
De accu is 0-25% geladen.
De accu is leeg. Laad de
accu op.
•
Wanneer alle leds branden, is de accu volledig
geladen. (7)
•
Haal de accu uit de acculader. Gebruik de accu in een
omgeving met temperaturen tussen -10 °C en 40 °C.
NOTE!
Controleer tijdens het laden het laadproces en laat de
accu nooit in de lader als het laden is voltooid.
Transport en opbergen
•
De verpakte lithium-ion-accu's zijn onderworpen aan
de wettelijke vereisten voor gevaarlijke goederen.
•
Voor commercieel transport door derden of
expediteurs moeten de bijzondere voorschriften voor
de verpakking en etiketten worden opgevolgd.
•
Voor de voorbereiding van het te verzenden item moet
een expert op het gebied van gevaarlijke stoffen
worden geraadpleegd. Neem tevens de mogelijk
meer gedetailleerde nationale regelgeving in acht.
•
Bescherm of plak open contactoppervlakken af en
verpak de accu zodanig dat deze niet kan bewegen in
de verpakking.
•
Sla de apparatuur op in een afsluitbare ruimte zodat
het buiten het bereik is van kinderen en onbevoegde
personen.
•
Bewaar de accu en de acculader op een droge,
vochtvrije en vorstvrije plaats.
Bewaar de accu een temperatuur tussen 5 en 25 °C
•
en stel ze niet bloot aan direct zonlicht.
•
Zorg dat u de accu en de acculader gescheiden van
elkaar opbergt.
•
Bewaar de accu niet op plaatsen waar statische
elektriciteit kan optreden. Bewaar de accu nooit in een
metalen box.
•
Laad de accu eerst volledig op als deze langdurig
wordt opgeslagen.
Onderhoud
Zorg dat de accu en de acculader schoon zijn en dat de
contacten op de accu en in de acculader altijd schoon en
droog zijn voordat u de accu in de acculader plaatst.
Houd de accugeleiderails schoon. Reinig de kunststof
onderdelen met een schone en droge doek.
Foutcodes
Foutopsporing voor de accu en/of de acculader tijdens
het laden. (5), (6)
–
Dutch
25