Vóór Het Eerste Gebruik; Hints En Tips - crockpot SCCPRC507B Manual De Instrucciones

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 15
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK
Voordat u uw slowcooker gebruikt, verwijdert u alle verpakkingsmaterialen en wast u het deksel en het aardewerk af met
warm sop en droogt u deze goed af.
LET OP: Zet de aardewerken schaal niet op een oppervlak dat niet hittebestendig is. Zet de schaal altijd op een
hittebestendige onderzetter.
Wees voorzichtig wanneer u de schaal op een kwetsbaar of gepolijst oppervlak zet; de bodem van de schaal is niet
geglazuurd en kan krassen of andere beschadigingen veroorzaken. Om dergelijke oppervlakken te beschermen, wordt u
aanbevolen om de schaal op een onderzetter te zetten.
Bij het eerste gebruik van dit apparaat kan enige rook of geur merkbaar zijn. Dit komt vaak voor bij apparaten met
verwarmingselementen en verdwijnt nadat het apparaat een paar keer is gebruikt.
GEBRUIK VAN UW SLOWCOOKER
1.
Plaats het aardewerk in het verwamingsonderdeel, voeg uw ingrediënten toe aan de pot en dek het af met het deksel.
Steek de stekker van uw Crockpot
in het stopcontact.
®
2.
Zet de temperatuurinstelling (
) op de gewenste temperatuur. Het lampje voor hoge temperatuur (
G
temperatuur ( ) gaat branden.
OPMERKING: De instelling Warmhouden ( ) is UITSLUITEND voor het warmhouden van voedsel dat reeds is
gekookt en warm is. Gebruik deze instelling NIET om te koken. U wordt afgeraden om uw voedsel langer dan 4 uur
warm te houden met de instelling Warmhouden.
3.
Stel de kooktijd in met gebruik van de knoppen Tijdinstelling op/neer (
tot maximaal 20 uur worden ingesteld. Stel de tijd in overeenkomstig de tijdsduur die in het recept wordt vermeld. De
tijdsduur loopt terug in stappen van één minuut.
4.
Als de kooktijd voltooid is, schakelt uw slowcooker automatisch om naar de instelling Warmhouden en gaat het
warmhoudlampje ( ) branden.
5.
Druk op de standby-knop (
) om het verwarmingselement van de slowcooker uit te zetten. Herhaal stap 2 en 3
I
om het verwarmingselement weer aan te zetten. Schakel uw slowcooker UIT door de stekker uit het stopcontact te
verwijderen.
GEBRUIKSAANTEKENINGEN:
Bij een stroomstoring tijdens het koken is het apparaat uitgeschakeld als de stroomtoevoer weer wordt hersteld. Alle
instellingen voor de slowcooker zijn gewist en moeten opnieuw worden ingesteld. De etenswaren zijn wellicht niet
geschikt voor consumptie. Als u niet zeker weet hoe lang de stroomtoevoer is onderbroken, dan raden we aan dat u
het voedsel weggooit.
Indien gewenst kunt u uw slowcooker handmatig omschakelen naar de instelling Warmhouden als uw gerecht klaar is.
Vul de schaal ongeveer tot de helft of driekwart en volg de aanbevolen kooktijden om te voorkomen dat uw gerecht
ongaar of juist te gaar is.
Vul de aardewerken pot niet teveel op. Om morsen te vermijden, vult u de aardewerken pot niet voor meer dan
driekwart op.
Kook de etenswaren altijd gedurende de aanbevolen tijd met het deksel erop. Verwijder het deksel niet tijdens de
eerste twee uur van het koken, zodat de warmte op efficiënte wijze kan toenemen.
Draag altijd ovenwanten als u het deksel of de aardewerken pot aanraakt.
Haal de stekker uit het stopcontact na het koken en voor het reinigen.
De uitneembare aardewerken pot is oven- en magnetronbestendig. Gebruik de aardewerken pot niet op een gasfornuis
of een elektrisch fornuis, of in een braadoven. Raadpleeg het onderstaande overzicht.
SCCPRC507B-050_21MLM1 (EMEA).indd 46-47
SCCPRC507B-050_21MLM1 (EMEA).indd 46-47
) of lage
). De kooktijd kan in stappen van 30 minuten
H
46

HINTS EN TIPS

PASTA EN RIJST:
Als er vermicelli, pasta, macaroni enz. aan een gerecht moet worden toegevoegd, kookt u deze eerst op uw fornuis
tot ze iets zacht zijn en voegt u ze in de laatste 30 minuten aan het gerecht in uw slowcooker toe. Voor gerechten met
rijst mengt u de rijst met de overige ingrediënten en voegt u voor elk ¼ kopje rijst ¼ kopje extra vloeistof toe. Rijst met
lange korrel geeft betere resultaten.
BONEN:
Bonen moeten helemaal zacht gemaakt worden voordat ze gecombineerd worden met suiker en/of zure gerechten.
Suiker en zuur hebben een verhardend effect op bonen en voorkomen dat ze zacht worden.
Gedroogde bonen, vooral rode kievitsbonen, moeten gekookt worden voordat ze aan een recept worden toegevoegd.
Volledig gare bonen uit blik kunnen gebruikt worden ter vervanging van droge bonen
GROENTEN:
Veel groenten profiteren van slowcooking, waarbij hun volle smaak tot zijn recht komt. In uw slowcooker worden ze
meestal niet doorgekookt, zoals wel kan gebeuren in de oven of op het fornuis.
Als u recepten bereidt met zowel groenten als vlees, leg dan de groenten vóór het vlees in de slowcooker. Over het
algemeen koken groenten langzamer dan vlees in de slowcooker.
Plaats groenten langs de zijkanten of op de bodem van de aardewerken pot voor een betere bereiding.
KRUIDEN EN SPECERIJEN:
Verse kruiden voegen smaak en kleur toe, maar dienen pas aan het eind van de bereidingstijd toegevoegd te worden,
aangezien de smaak tijdens lange kooktijden vervliegt.
Gemalen en/of gedroogde kruiden en specerijen zijn bij uitstek geschikt voor slowcooking. Ze kunnen aan het begin
van de bereidingstijd worden toegevoegd.
De smaakkracht van kruiden en specerijen kan aanzienlijk variëren, afhankelijk van hun specifieke sterkte en de
houdbaarheidsperiode. Wees voorzichtig met kruiden: proef eerst aan het eind van de bereidingstijd en breng het
gerecht pas vlak voor het opdienen op smaak.
MELK:
Melk, room en zure room kunnen schiften tijdens lange bereidingstijden. Indien mogelijk, pas toevoegen in de laatste
15 tot 30 minuten van de bereidingstijd.
Gecondenseerde soep kan als vervanging voor melk dienen en kan gedurende langere tijden koken.
SOEPEN:
Sommige soeprecepten vragen om grote hoeveelheden water. Eerst de andere soepingrediënten aan de slowcooker
toevoegen en daarna net genoeg water toevoegen tot het geheel onder water staat. Indien dunnere soep gewenst is,
meer vocht toevoegen bij het opdienen.
VLEES:
Vet wegsnijden, goed afspoelen en het vlees droogdeppen met keukenpapier.
Door het vlees in een aparte braad- of koekenpan aan te braden, kan het vet voor het slowcooken weggegoten
worden. Dit geeft ook een rijkere smaak.
Het vlees dient zodanig in de aardewerken pot gelegd te worden dat het niet in aanraking komt met het deksel.
Voor kleinere of grotere stukken vlees, de hoeveelheden groente of aardappelen zodanig aanpassen dat de
aardewerken pot altijd ½ tot ¾ vol is.
De grootte van het vlees en de aanbevolen bereidingstijden zijn slechts gemiddelden en kunnen variëren, afhankelijk
van het specifieke stuk vlees, het soort vlees en de botstructuur. Mager vlees, zoals kip of varkenshaas, is meestal
eerder gaar dan vlees met meer bindweefsel en vet, zoals runderlappen of varkensschouder. Bereiding van vlees aan
het bot in plaats van zonder bot verlengt de bereidingstijd.
Snijd vlees in kleine stukjes wanneer het tegelijkertijd bereid wordt met voorgekookte producten, zoals bonen of fruit, of
lichte groentes, zoals champignons, gehakte ui, aubergine of fijngesneden groente. Op deze manier is al het voedsel
tegelijkertijd gaar.
47
1/21/21 09:52
1/21/21 09:52
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido