3
Luidsprekers/subwoofer aansluiten
• Gebruik luidsprekers met een impedantie van ten minste 6 Ω.
• Gebruik een subwoofer die is voorzien van een ingebouwde versterker.
• Haal het netsnoer van het toestel uit het stopcontact en schakel de
subwoofer uit voordat u de luidsprekers aansluit.
• Zorg dat de kerndraden van de luidsprekerkabel elkaar niet aanraken en
niet in contact komt met de metalen oppervlakken van het toestel.
Hierdoor kunnen het toestel of de luidsprekers beschadigd raken. Als de
luidsprekerkabels kortsluiting veroorzaken, wordt "Check SP Wires" op
de display op het voorpaneel weergegeven wanneer het toestel wordt
ingeschakeld.
■
De luidsprekerkabels aansluiten
Luidsprekerkabels zijn voorzien van twee draadjes. Het ene draadje
dient voor de verbinding met de negatieve (–) aansluitingen van het
toestel en de luidspreker, het andere dient voor de positieve (+)
aansluitingen. Als de draadjes zijn voorzien van kleurmarkering om
verwarring te voorkomen, verbindt u het zwarte draadje met de
negatieve aansluitingen en het andere draadje met de positieve
aansluitingen.
a Verwijder ongeveer 10 mm
van de isolatie van de
+ (rood)
b
uiteinden van de
luidsprekerkabel en draai
de blootliggende draadjes
van de kabel stevig in
– (zwart)
elkaar.
b Maak de luidsprekeraansluiting los.
c Steek de blootliggende draadjes van de kabel in de opening
aan de zijkant (bovenaan rechts of onderaan links) van de
aansluiting.
d Maak de aansluiting vast.
Een banaanstekker
gebruiken
Banaanstekker
(Alleen Australisch model)
a Maak de
luidsprekeraansluiting vast.
b Steek een banaanstekker in
het uiteinde van de
aansluiting.
1
Sluit de voorste luidsprekers (1/2)
aan op de FRONT (//\)-aansluitingen.
Het toestel (achterzijde)
P
B
Y
OR OUT
SUBWOOFER
PRE OUT
c
F R
O N
T
a a
d
9
4
a
F R
O N
T
b
SPEAKERS
FRONT
CENTER
SURROUND
1
2
3
5
2
Sluit de middelste luidspreker (3) aan op
de CENTER-aansluiting.
Het toestel (achterzijde)
SPEAKERS
P
B
FRONT
CENTER
SURROUND
Y
OR OUT
SUBWOOFER
PRE OUT
1
2
9
3
4
5
3
Nl