INSTALLATIE BINNENUNIT
1. Installatie van de montageplaat
• Selecteer een plaats voor de installatie van de
montageplaat in overeenstemming met de plaats
van de binnenunit en de richting van de
leidingen.
• Leg de montageplaat horizontaal met behulp
van een waterpas.
• Boor gaten met een diepte van 32 mm in de
muur.
• Plaats de kunstofpluggen in de gaten, zet de
montageplaat vast met zelftappende bouten.
• Controleer of de montageplaat goed vast zit.
OPMERKING: De vorm van de montageplaat kan verschillen van de plaat die hierboven is afgebeeld,
maar de installatiewijze is
vergelijkbaar.
2. Boor een gat voor de leiding
• Bepaal de plaats van het gat voor de leiding in
overeenstemming met de plaats van de
montageplaat.
• Boor een gat met een diameter van 70 mm in
de wand. Het gat moet enigszins naar beneden
naar buiten hellen.
• Installeer een mof in het gat in de muur om de
wand netjes en schoon te houden.
3. Installatie leidingen binnenunit
• Voer de leidingen (vloeistof- en gasleiding) en de
kabels door het gat in de muur van buitenaf of monteer ze van binnenuit nadat de leidingen en
kabelverbindingen van de binnenunit zijn voltooid om deze aan te sluiten op de buitenunit.
• Bepaal of het kunstofdeel afgezaagd moet worden in overeenstemming met de richting van de leidingen
(zoals hieronder is afgebeeld).
Richting van de leidingen
Zaag het uitstekende stuk af
langs de rand
OPMERKING:
Bij het bevestigen van de leidingen in de richtingen 1, 2 of 4, het bijbehorende kunststof deel van de basis
van de binnenunit afzagen.
• Na het aansluiten van de leidingen zoals vereist, de afvoerslang installeren. Sluit vervolgens de
voedingskabel aan. Omwikkel, na de aansluiting de leidingen, kabels en afvoerslang met thermisch
isolatiemateriaal.
OPMERKING: Sluit de voedingskabel niet aan tijdens de installatie.
rand
Uitsteken
d stuk
1
101
Mof voor gat in muur
(starre polyethyleen
buis voorbereid door
de gebruiker)
4
3
2
Montageplaat
5 mm
(inclinatie
omlaag)