om ongewenste activering te vermijden.
- Zorg ervoor dat de melder zich op plaatsen bevindt waar de omgevingstemperatuur
niet lager is dan 4°C of hoger dan 38°C, wat de correcte werking kan beïnvloeden.
- Stof of insecten kunnen een afzetting vormen voor de sensorkamer die de werking
ervan beïnvloedt, dus het is belangrijk om het oppervlak van de melder regelmatig te
stofzuigen (zie ONDERHOUD).
- Airconditioners, verwarmingstoestellen en ventilatoren kunnen de werking van de melder
verhinderen, dus houd de melder uit de buurt van deze bronnen.
- Verlichtingsarmaturen met Tl-lampen stralen elektronische vervuiling uit die de correcte
werking van de melder kan beïnvloeden en een vroegtijdige activering kan veroorzaken,
houd de melder uit de buurt van dit type armatuur.
Montage / Inbedrijfstelling
LET OP!
Onder normale gebruiksomstandigheden moet de rookmelder na 10 jaar gebruik
worden vervangen.
Installatiehoogte
•Verwijder de sokkel van de melder door deze in de op het product aangegeven
openingsrichting te draaien.
•Plaats de sokkel aan het plafond en markeer de plaats van de 2
bevestigingsschroeven met een potlood.
•Boor de 2 gaten: diameter 5 mm (bescherm de melder tegen stof tijdens het boren).
•Steek de pluggen in de gaten en bevestig de sokkel met de bijgeleverde schroeven
aan de wand.
•Schrijf op voorhand de installatiedatum op de achterzijde van het product, op de
daarvoor bestemde ruimte.
•Plaats de melder op de sokkel door de twee bevestigingsklemmen en de insteeksleuf in
de richting van hun respectievelijke gaten uit te lijnen. Vergrendel de melder op de sokkel
door in de sluitingsrichting te draaien die op het product is aangegeven.
•Test uw melder: houd de «TEST» knop enkele seconden ingedrukt. Het verklikkerlampje
naast de «LEARN» toets moet snel rood knipperen en het geluidsalarm moet weerklinken
om aan te geven dat de melder goed werkt.
De melder zal dan in de stille modus gaan, het verklikkerlampje naast de «TEST» toets zal
ongeveer om de 10 seconden kort knipperen. Na ongeveer 9 minuten keert de melder
automatisch terug naar de normale detectiemodus. U kunt ook opnieuw op «TEST» knop
drukken om onmiddellijk terug naar de normale detectiemodus.
Een laag of onregelmatig geluidsvolume kan erop wijzen dat de melder defect is.
•Controleer of de melder goed is bevestigd.
47