Elektrische Installatie; Inbedrijfstelling - Pumpex K 60 Instrucciones De Puesta En Marcha Y Operacion

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 12
Pompinstallatie,
mobiele uitvoering - P
Bij iedere pomp wordt een vaste sleutel geleverd voor de
moeren op de bortklampen. Controleer altijd of de klampen
stevig zijn aangehaald.
Trek kabels naar de pompput. Zorg ervoor dat de kabels niet
scherp geknikt of vastgeklemd worden.
Sluit de drukleiding en de kabel aan. Zie tevens onder

'Elektrische installatie'.

Plaats de pomp op een stabiele ondergrond zodat hij zich niet
kan ingraven of omvallen. De pomp kan ook worden
Elektrische installatie
De pomp moet worden aangesloten op elektrische contacten of startapparatuur die
gemonteerd zijn op een plaats waar ze niet door water overstroomd kunnen worden.
De elektrische installatie dient te worden uitgevoerd onder supervisie van een erkend
installateur.
WAARSCHUWING!
Alle elektrische uitrusting moet te allen tijde geaard zijn. Dit geldt zowel
voor de pomp- als voor eventuele controleapparatuur.
WAARSCHUWING!
De elektrische installatie dient plaats te vinden conform de landelijke
en plaatselijke voorschriften.
Controleer of de ingestempelde gegevens op het gegevensplaatje van de motor kloppen met
netspanning, frequentie, startapparatuur en startmodus.
N.B.: Een pomp voor 400 volt kan gebruikt worden voor het spanningsbereik 380-415 volt.
Aansluiten van elektrische stator- en motorleidingen
De stator- en motorleidingen dienen te worden aangesloten overeenkomstig het schema op
bladzijde 26.
Voor het kunnen uitvoeren van een juiste aansluiting, moeten het aantal leidingen, de
eventuele controle-apparatuur en de startmodus (zie het gegevensplaatje) bekend zijn.
De volgende schakelschema's kunnen van toepassing zijn, 50 Hz:
7-aderige kabel
1 = sterschakeling,
2 = driehoekschakelin
D
e pompen worden geleverd voor directe aanloop of voor ster/driehoekaanloop. Zie het
gegevensplaatje.
Als de pomp is voorzien van stuurleidingen, dan zijn deze gemerkt met F0, F1, Di. F0 en F1
ze zijn via een aftakblok in de pomp aangesloten op drie thermoschakelaars in de motor.
Deze moeten in serie worden geschakeld met het overstroomrelais in de startapparatuur, wat
Vóór inbedrijfstelling:
Controleer de draairichting. Zie illustratie. Tijdens de start rukt
de pomp van bovenaf gezien tegen de richting van de klok in.
WAARSCHUWING! Steek nooit een hand of vreemd
voorwerp in de inlaatopening aan de onderkant van
de pomp zolang de pomp met het elektriciteitsnet is
verbonden. Controleer voordat u begint met de inspectie van
de pomp eerst of de pomp inderdaad is gescheiden van het
elektriciteitsnet en niet onder stroom kan komen te staan.
WAARSCHUWING! Voordat met werkzaamheden wordt begonnen
eerst controleren of de pomp van het elektriciteitsnet is uitgeschakeld
en of hij niet onder stroom kan komen te staan.
Regelmatige controle en preventief onderhoud geven een meer betrouwbare werking. De
pomp dient om de zes maanden te worden gecontroleerd, onder zware bedrijfs-
Controle
Pomponderdeel
Inspectie
Kabels
Controleer of de buitenkabel intact is. Ga na of de kabels
geen te scherpe bochten maken of vastgeklemd zitten.
Zichtbare onderdelen
Controleer of alle onderdelen intact zijn en of bouten,
schroeven en moeren aangehaald zijn.
Waaier/slijtring*
Controleer of de onderdelen niet zo versleten zijn dat de
capaciteit nadelig wordt beïnvloed.
Asafdichting
Controleer of de olie zuiver is en geen water bevat.
Slangen, buizen en kleppen
Controleer of de uitrusting niet lekt of andere schade vertoont.
Olie verversen
1. Maak de klampen los of bij pompmodel de moeren, en takel de motor op.
Zet de motor rechtop en vul met verse olie, zie de tabel op bladzijde 26. Gebruik hydraulische
olie met een viscositeit van 10-20 cSt, bijvoorbeeld BP Bartan HV 15 of gelijkwaardig.
WAARSCHUWING! Een eventuele overdruk kan zich in het oliehuis
bevinden. Houd daarom bij het losmaken een doek over de olieplug
om opspatten te voorkomen.
De fabrikant voorbehoudt zich het recht uitvoering en specificaties zonder voorafgaande mededeling te wijzigen.
All manuals and user guides at all-guides.com

Inbedrijfstelling

Startruk
Onderhoud
vastgeschroefd op de ondergrond of een eindje boven de bodem worden opgehangen aan zijn
hijshandgreep.
De dimensies van slangen, buizen en kleppen moeten zijn afgestemd op de capaciteit van de
pomp. Zie het gegevensblad van de pomp.
ook blijkt uit het schakelschema van de startapparatuur.
De startapparatuur moet zijn voorzien van een overstroombeveiliging die als volgt wordt
ingesteld:
1.
Directe aanloop
Stel het overstroomrelais in op het ampèregetal dat op de plaat staat vermeld. Als de
temperatuurcontroleschakelaar is aangesloten kan de instelling van het overstroomrelais
met tien procent worden verhoogd.
2.
Ster/driehoekaanloop
Het overstroomrelais instellen op het op de gegevensplaat vermelde ampèregetal,
gedeeld door 1,73 (of de vermelde nominale stroom vermenigvuldigd met 0,58).
Het net moet altijd met vertragingszekeringen worden gezekerd.
Vervangen van kabel.
WAARSCHUWING!
Beschadigde kabels moeten altijd worden vervangen.
Ter voorkoming van lekkage dient men bij het vervangen van de kabel te controleren:
of de rubberbus van de kabelinvoer en de ringen geschikt zijn voor de kabel. Zie de
reserveonderdelenlijst.
of de buitenkabel intact is. Bij het monteren van een eerder gebruikte kabel moet de
rubberbus altijd worden vervangen en moet de kabel worden ingekort zodat de bus op
een andere plaats komt.
N.B.:
Om veiligheidsredenen moet de massaleiding in de pomp langer zijn dan de
faseleidingen.
Als de motorkabel wordt losgerukt moet de massaleiding de leiding zijn die het
laatste van zijn aansluiting loskomt. Dit is aan beide uiteinden van de kabel van
toepassing.
WAARSCHUWING! De startruk kan hevig zijn. Houd de handgreep van
de pomp tijdens het controleren van de draairichting niet vast. Zorg
ervoor dat de pomp stabiel staat en niet kan verdraaien.
Als de draairichting onjuist is, moeten twee fasen worden verwisseld. Zie onder
'Elektrische installatie'.
WAARSCHUWING!
Onder bepaalde bedrijfsomstandigheden kan de pomp zeer heet
worden.
omstandigheden vaker. De kabel moet vaker worden gecontroleerd.
Voor een grote onderhouds- en inspectiebeurt a.u.b. contact opnemen met een door
Pumpex geautoriseerde werkplaats of dealer.
WAARSCHUWING! In verband met onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden moet de pomp altijd goed schoon zijn gemaakt en
dient men een goede persoonlijke hygiëne in acht te nemen.
Corrigerende actie
Vervang de kabel.
Verhelp het euvel.
Vervang versleten onderdelen.
Haal loszittende schroeven, bouten en moeren aan.
1.Stel de slijtring* af.
2.Vervang de waaier/slijtring*.
Bij geringe lekkage: ververs de olie. Zie onder 'Olie verversen'.
Afstellen of defecte uitrusting vervangen.
Maak de olieplug los of de oliepeilstok en de ontluchtingsschroef.
2. Leg de motor met de aftapopening omlaag en tap de olie af in e+en schone opvangbak.
Onderzoek de olie.
N.B.: Afgewerkte olie altijd voor verdere verwerking inleveren overeenkomstig
de plaatselijke milieuvoorschriften.
17
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

K 63

Tabla de contenido