Problemen oplossen
Foutmeldingen
Foutmeldingen worden in het bovenste deel van het
display [24] weergegeven door een codenummer.
Tegelijkertijd wordt het display [2] omgeschakeld naar
een rode achtergrond.
Codenr.
Oorzaak
E01
De linker sensor voor het tellen van
bankbiljetten is vuil of beschadigd.
E02
De rechter sensor voor het tellen van
bankbiljetten is vuil of beschadigd.
E03
De codeerschijf is beschadigd, vuil of
los.
E04
De sensor in het invoervak [3] is vuil of
beschadigd.
E05
De sensor in het uitvoervak [6] is vuil of
beschadigd.
E0A
Het omgevingslicht is te sterk of bevat
UV-componenten.
bF
De invoerrollen draaien maar voeren
geen bankbiljetten in.
36
Een veelvoorkomende bron van fouten zijn ver
ontreinigde sensoren (zie Reinigen van de
sensoren). Volg de instructies onder Maatregel.
Maatregel
Reinig de sensor.
Als de fout zich blijft voordoen, neemt u de informa
tie in het hoofdstuk „Garantie" in acht.
Neem de informatie in het hoofdstuk „Garantie" in
acht.
Reinig de sensor.
Als de fout zich blijft voordoen, neemt u de informa
tie in het hoofdstuk „Garantie" in acht.
Dim het omgevingslicht of schakel het omgevings
licht uit.
Druk op de toets RESET [18] en herhaal het tellen.
Als de fout zich blijft voordoen, neemt u de informa
tie in het hoofdstuk „Aandrukkracht van de in
voerrollen instellen" in acht.
nB